zondag 16 december 2012

Van Oude Dingen die Voorbijgaan





Al snuffelend door Voordorp, belandde ik laatst op de Sartreweg en dat was echt schrikken. De Veemarkt is weg! Helemaal verdwenen! Op de plaats waar de hallen stonden, ligt nu een grote bouwput tussen goed afgesloten hekken. Ik kon mijn ogen niet geloven. Baasje keek ook verbouwereerd naar de plek waar nog niet zo heel lang geleden koeien, paarden en kleinvee met handgeklap van eigenaar wisselden. Wat later waren dat vooral auto's, die uit heel Europa hier verhandeld werden. En niet te vergeten alle evenementen als vlooienmarkt, antiek- en tuinbeurzen die er werden gehouden. Baasje drukte haar gezicht tegen het hekwerk, alsof ze hoopte dat het slechts een zinsbegoocheling was, maar de leegte bleef.
'Jip,' zei ze: 'weet je nog dat we hier samen naar een hondententoonstelling zijn geweest? Er waren ook Jack Russells en ik wilde jou daar kennis mee laten maken. Ha ha... was helemaal niets voor jou. Je wist je echt niet te gedragen.'


 
'Eh .. ja ik plaste tegen de broek van een hondenbaasje. Sorry, maar dat mens had echt een heel verwaande reu naast zich lopen.'


'Ergens begin jaren negentig,' vervolgde ze: ' het was kerstvakantie, bouwden ze hier achter de hallen een groot circus op. Ik meen me te herinneren dat het Russisch was, maar zeker weet ik dat niet meer.'


Baasjes stem klonk weemoedig. Als kind mocht ze eens mee naar een circus in Scheveningen. Nu had ze zelf jonge kinderen en ze kon zo met hen het terrein oplopen. In een wagen achter tralies lag een enorm witte tijger hen knipogend aan te kijken: 'Sneeuwwit Jip! Zo mooi en zo dichtbij!'




Samen met haar kinderen is ze naar een voorstelling geweest met plaatsen helemaal vooraan: 'Een vierspan paarden denderde dicht langs ons heen.' Baasje keek alsof ze de paarden weer langs haar heen zag galopperen. Ik keek ook nog eens goed tussen het gaas van het hek door, maar er was echt niets meer te zien.

Met de sloop van de 'Veemarkthallen' is er voor Utrecht een eind gekomen aan honderden jaren van veiling- en veemarkten. De eerste jaarmarkten en kermissen werden gehouden op het Neude dat rond 1450 werd verhard. Ruim een eeuw later (1558) verhuisden de activiteiten naar het Catharijnevelt, nu bekend als het Vredenburg. In 1929 vertrok de markt naar de Croeselaan en in de jaren zestig besloot het gemeentebestuur dat de markt in de Voorveldsepolder gehuisvest zou worden. Anno 2012 is de veemarkt voor Utrecht geschiedenis geworden.





Ons rest slechts woningen met mensen, die op een Veemarkt gaan wonen. En als je goed kijkt, heb ik me laten vertellen, dan kan je in de bouw van de huizen de contouren van de hallen terugvinden.




Met het verdwijnen van de veemarkt is ook de afslag: VEEMARKT op de verkeersborden van de snelwegen verdwenen, zodat de visite voor de verjaardag van baasje helemaal door naar Amersfoort reed! Voordorp is een heel gewone stadswijk geworden!

Woef! Jip

Verscheen eerder in de VoordorpVooruit van september 2012

zaterdag 15 december 2012

Allerzielen



Als jullie dit lezen is de maand november waarschijnlijk weer voorbij is. Ik zal echt blij zijn; wat een sombere maand! De lucht ziet grijs en de wind slaat met natgeregende bladeren om mijn oren als ik nood gedwongen mijn rondje loop. Helemaal aan het begin, op 2 november is het de dag van Allerzielen, iedereen denkt dan aan zijn dode familie en vrienden, en daar word je ook niet vrolijk van.



Baasje vertelde, dat zij als kind op Allerzielen aflaten ging verdienen. Met een aflaat kon ze zieltjes, die in het vagevuur schoon lagen te branden, de hemel in helpen. Uit school rende ze met andere kinderen de kerk binnen, deed snel een schietgebedje, maakte een kruis met wijwater, holde naar het kerkhof en weer terug de kerk in. Dit ritueel moest zeven keer herhaald worden voor ze één aflaat had verdiend. Tussendoor maakte ze de grafsteen van haar grootouders schoon en snoefde met de andere kinderen, over wie de meeste zieltjes had bevrijd.



Jammer toch dat er geen kinderen waren om dat Pekineesje uit zijn reismandje te bevrijden voordat het verdronk. Ik wandel zeker zeven keer in de week langs het water van de Tomáš Masarykstraat, maar ik heb niets gezien dinsdagavond 21 oktober. Ik ben er helemaal verdrietig van en kan niet begrijpen dat een baasje dat doet. Een baasje moet voor je zorgen, met je wandelen en oppassen dat je niet verongelukt. In het water gooien mag, maar alleen om een stok of bal op te halen. Het mag niet in een mandje waarvan de deur niet open kan en dan nog wel met je lievelingsdekentje erbij. Dat lieve Pekineesje heeft vast gedacht dat zijn baasje een spelletje met hem ging spelen. Dat hij net als Mozes in zijn mandje op het water zou blijven drijven en gered zou worden, maar dat was niet zo. Ik vraag me steeds weer af, waarom het baasje niet naar het dierenasiel is gegaan. Natuurlijk het is niet gemakkelijk om als baasje te bekennen dat je beter niet een hondje had kunnen nemen. Vooral een jong hondje is een echte handenbinder. Baasje zei van mij dat ik erger was dan twee kinderen, maar ze is toch voor me blijven zorgen.

Was die kleine Pekinees maar hard weggerend naar onze voordeur. Daar stond begin oktober een klein katje voor te miauwen. Ze zat helemaal onder de vlooien. Baasje heeft foto’s gemaakt en haar als gevonden opgegeven. Maar niemand, niemand miste een lief klein poesje en ze had ook geen chip. Nu woont ze bij ons. We hebben haar Mo – naar Mozes – genoemd, maar ze is wel een meisje. Ik ben heel erg blij met haar, ze is mijn dikste vriendin. Ze mag van mijn brokken eten en met mijn staart spelen. We rennen keihard rondjes over de nieuwe bank. Als je ‘ Mo en Jip ‘ googled kan je ons zien op You Tube.


 Jammer dat die kleine Pekinees niet met ons mee rondjes kan rennen, maar aflaten hoeven jullie niet voor hem te verdienen. Ik weet zeker dat hij hoog en droog in de hondenhemel met zijn nieuwe vriendjes speelt.

Woef! Jip

Verscheen eerder in de VoordorpVooruit van december 2008

zaterdag 27 oktober 2012

Over lintjes en borstkanker bij mens en dier



Op de dag dat ik mijn 20ste Snuffelhoek schrijf, is mijn baasje jarig. ‘Sorry’ heb ik tegen haar gezegd: ‘Ik heb vandaag geen tijd voor feestjes, de deadline dringt…” 

‘Niet erg hoor, Jip! Ik ga lekker uit eten met mijn familie, blijf jij, maar achter die PC zitten,’ heeft ze geantwoord.

Weet je, ik gun haar dat wel. Ze heeft ook echt iets te vieren. Behalve dat ze jarig is, is het ook vijf jaar geleden dat ze een slecht nieuws bericht kreeg. Ja zo heet dat. In een gesprek – meestal met een arts – krijg je dan te horen, dat je een levensbedreigende ziekte hebt. Baasje werd verteld dat ze borstkanker had. Ik was toen nog niet geboren, maar ze heeft mij er wel over verteld. ‘Heel raar hoor Jip. Je leven wordt even stil gezet en dat komt niet alleen door al die onderzoeken, operaties en controles waarmee je agenda vol is gepland. Het zit in de kleine dingen.

Bijvoorbeeld: je paspoort is verlopen en dan denk je, misschien kan ik beter een identiteitskaart nemen, want een paspoort is duur en vijf jaar geldig. Wat moet je met vijf jaar als je gehoord hebt, dat je kanker hebt? Of met al die foto’s die je gewend bent om van je vakantie te maken en waarvan je dacht, dat je die op je oude dag allemaal lekker zou gaan bekijken?’


                                         
                                                     


In Nederland krijgt van iedere acht vrouwen er één te horen dat ze borstkanker heeft. Dat is heel veel. Maar weten jullie dat het bij vrouwtjeshonden ook voorkomt en dat het daar zelfs één op de drie is! En nu het allerergste dat mijn moeder ‘Keetje’ ook zo’n slecht nieuwsbericht heeft gekregen. Gelukkig heeft ze geen nieuw paspoort nodig, want ze woont nog altijd op een boerderij in mijn geboortedorp, samen met mijn zusje Koosje en blijven daar op het erf. Afgelopen zomer ben ik heel even op ziekenbezoek geweest. Echt kort, want mijn moeder deed erg onaardig tegen mij en mijn zus Koosje trok zelfs haar bovenlip op. Echt een bitch, terwijl ik haar leuk vond en met haar wilde spelen net zoals toen ik nog in het nest verbleef. We hadden het toen toch heel erg gezellig. Ik heb er nog een filmpje van en zal aan de redactie vragen of ze een link willen maken. Kunnen jullie zelf zien hoe leuk het was!

Baasje heeft mij met zeven weken meegenomen. Ze wilde niet meer piekeren over de dood, maar stil staan bij een nieuw leven. Samen met mij naar buiten. Wandelingen maken in de natuur. Diep ademhalen. Af en toe zegt ze tegen mij: ‘Jip jij hebt mij er doorheen getrokken.’ Letterlijk bijna, want ik sleur haar door bossen, het rulle zand van duinen en door de straten van Voordorp. Met baasje gaat het weer goed, evenals met mijn moeder Keetje.
                                                                                                                                 
                                                                  
In de oktobermaand wordt met het lintje  aandacht gevraagd voor borstkanker onder vrouwen. Misschien kunnen we voortaan 4 oktober, op dierendag ook alle hondenvrouwtjes met dat lintje eren?

Woef! JIP


Verscheen eerder in de VoordorpVooruit van september 2008


Nabericht:
Moeder Keetje is inmiddels overleden met mijn baasje gaat het nog steeds goed.

donderdag 25 oktober 2012

Help de grote vakantie breekt aan!


Nog even en de vakantietijd breekt weer aan. In veel Voordorpse huisgezinnen staan de koffers al gepakt? En wat doen ze met hun poes, hond of ander huisdier? Nemen ze die mee op vakantie, of laten ze die thuis? Ik ben wel eens een keer met baasje mee op vakantie naar Frankrijk geweest. Dat kon omdat we met een auto reisden en in een privé huis logeerden. Behalve een extra inenting hoefde baasje voor mij geen extra maatregelen te treffen. Dit jaar gaat baasje met haar kinderen vliegen naar Rome. Het hele huis ligt vol met naslagwerken.


Ik mag niet mee: ‘Veel te stressvol voor jouw Jip, om als bagage vervoert te worden in een vliegtuig en wat heb jij nu aan het Pantheon of onderaardse Catacomben?’ Nou die catacomben lijken mij wel interessant. Volgens mij kan je daar lekker graven en ik zou ook wel eens in de dierverblijven van het Colosseum willen ruiken.



 Helaas baasje is niet te vermurwen. Cherie onze poes blijft gewoon thuis. Baasje vindt dat ze het beste af is in haar eigen omgeving. Een lieve buurvrouw komt haar iedere dag eten en schoon water geven. Ze laat haar ook even naar buiten en komt ’s avonds heel gezellig een poosje bij haar in de kamer televisie kijken. Ik moet ergens anders heen, want ik kan niet lang alleen blijven. Soms logeerde ik wel eens bij een broer van baasje, maar die gaan op dezelfde tijd op vakantie en ik heb er wel eens tegen de gordijnen aan geplast. Sorry hoor! Ik wilde alleen even mijn geur uitzetten, maar nu vinden ze het niet meer zo leuk als ik kom logeren. Baasje is er ook niet blij mee, want ze wil toch graag op vakantie. 
                            


Dit jaar ga ik dus voor het eerst naar een hondenhotel. Het lijkt mij wel spannend. Ga ik toch een beetje op vakantie. Het hotel ligt ergens buiten op het platte land, ver weg van de bewoonde wereld en mensen geen last hebben van hondengeblaf. Baasje tobt er wel over hoe ze mij daar moet krijgen. Ze heeft geen auto en moet ook nog voer mee nemen, omdat ik een speciaal dieet krijg . Gelukkig is de staking van de buschauffeurs voorbij, ze kan namelijk wel in de buurt komen met het openbaar vervoer. In het hotel krijg ik een eigen kamer met mand, waar ik apart gevoerd word en kan slapen. Overdag mag ik kuilen graven en ravotten met andere honden in een buitenren. Het hotel beschikt over veel buitenverblijven, zodat ik niet met iedere hond in een buitenren hoef te spelen.


Ik ben er al helemaal klaar voor: ontvlooid, ontwormd, in de tekenshampo gezet en ingeënt onder andere een extra prik tegen kennelhoest. Die tikte hard aan, ik liep zeker een week lang flink te hoesten. Baasje maakte zich al ongerust, was bang dat ik de ziekte door de inenting juist had gekregen. Gelukkig ben ik nu weer fit en ik ga zo maar eens mijn spullen bij elkaar zoeken, wat ik zeker niet mag vergeten op mijn vakantie is mijn oude trui met vertrouwde nestgeur. Weet ik zeker dat ik weer terug kom.

 Woef! Jip

Verscheen eerder in de VoordorpVooruit van juli 2008

vrijdag 28 september 2012

Woefna



Saarlooswolfshond

September is een heerlijke maand! Ik ben blij dat het weer zover is. In de maand september gebeurt er van alles en nog wat. Dit jaar zelfs heel veel. Het is niet alleen dat alle kinderen weer naar school gaan en dus van de straat af zijn. Deze maand mag iedereen ook weer eens naar de stembus. Nou geef ik niet zo veel om politiek, nee daar laat ik me liever niet mee in, maar ik vind het wel leuk om samen met baasje mee naar het stemlokaal te gaan. Kijken naar al die benen die onder een tafel vandaan steken en hoe baasje de rode stip zet – ja ik mag mee in het hokje – en later de brief door de gleuf van de bus duwt. 
Echter het allerfijnste van september vind ik, dat we hier in Utrecht het filmfestival hebben met in de hoofdrol de Nederlandse Film. Ik ben echt dol op films!

Nu heb ik het plan opgevat om zelf een te film maken, maar baasje vindt dat geen goed idee. Ze zegt dat ze het woord film niet meer kan horen. Ze denkt dat er niets meer te filmen is, dat mensen alles al gezien hebben. Toch blijf ik bij mijn standpunt. Ik woon in een land met vrije meningsuiting en een film opent ogen. Ik wil een film maken over al die buitenlandse honden, die hier bij mij in de wijk rondlopen. Iedere dag kom ik ze tegen: Duitse Doggen, Zwitserse Sennenhonden, Italiaanse Windhonden, Mechelse Herders, Ierse Teriërs, Siberische Husky’s, Franse Buldoggen, Schotse Collies en zo kan ik nog wel een poosje doorgaan. En denk nou maar niet dat ze goed geïntegreerd zijn. Nee hoor, ieder soort heeft zijn eigen specifieke kenmerken en een eigen aanpak nodig. Ik ga ook op het hondentoilet filmen. Zal jullie met mooie close ups al die flapdrollen laten zien, die ze achterlaten op de honden uitlaatplaats. Ik weet nog niet wanneer mijn film af zal zijn, maar ik heb al wel een titel: Woefna.

Ik wil met mijn film bereiken, dat baasjes nadenken voor dat ze een hond nemen. Wat moeten we hier met al die buitenlandse honden? Ze kunnen toch ook een hond van eigen bodem nemen. De enige Nederlandse hond die ik ken is Heli, een echte Hollandse herdershond. Ze heeft een prachtig donkere vacht, is speels en intelligent. En wat te denken van de Saarlooswolfshond, de Nederlandse Schapendoes, het Kooikerhondje, het Markiesje, de Drentse Patrijshond, de Hollandse Smous of Friese Stabij? Stuk voor stuk prachtige honden, die ik graag hier in de wijk wil tegenkomen. 

Friese Stabij

 
Helaas is baasje niet te vermurwen, ze vindt me een racist. Van de Friese Stabij, zegt ze, dat we die ook aan de Spaanse overheersing hebben overgehouden: ‘ Als je een beetje verder terugzoekt dan je neus lang is Jip,’ zegt ze,’ heeft iedereen buitenlands bloed en poepen moeten we allemaal.’ Ze wil niet dat ik mijn film publiekelijk vertoon, omdat ze bang is dat ze me straks niet meer uit kan laten. 



Hollandse Smous
                            
Baasje heeft me er ook nog eens aan herinnerd dat mijn Opa ‘Foxwarren Tommy’ uit Engeland komt en ik zelf over twee paspoorten beschik. ‘En als ik nog eens een keer een hond neem,’ zegt ze, ‘ga ik gewoon voor een vuilnisbakken ras, die honden zijn sterk, vrolijk, intelligent, hebben geen kapsones en dat is beter voor de wereldvrede.’

Misschien moet ik dat idee van die film toch maar laten zitten. Alleen weet ik dan niet wat ik met mijn recht op vrije meningsuiting moet doen?

Woef! Jip


VEC op www.columnx.nl in de maand september 2012.
Verscheen eerder in de VoordorpVooruit van april 2008

donderdag 27 september 2012

Over vriendschap en kwispelen

                         

Vanuit mijn Snuffelhoek wens ik iedereen heel veel vrienden toe! Vrienden geven je zo’n speciaal gevoel. Als ik met baasje langs ‘Ons Buiten’ loop, ontmoet ik vaak - rondgereden in hun buggy of spelend in de grote zandbak op de Brink - heel jonge kinderen. Als ze mij zien of een kind, verschijnt er plotseling een brede lach op hun gezicht. Alsof ze iets van zichzelf in mij of in dat andere kind herkennen. Ze lijken er zonder meer van uit te gaan dat ik, of het kind, van dezelfde dingen houd als zijzelf: in het zand kuilen graven bijvoorbeeld, of zorgeloos rondstampen in een regenplas.

Vriendschappen kunnen heel ver gaan. Soms zelfs overstijgen ze de dood, zoals bij Oscar (een jonge hond) en zijn vriend Arthur (een oude kat). Ze sliepen altijd samen in een mand totdat Arthur stierf. Oscar miste hem zo erg, die eerste nacht, dat hij door het kattenluik kroop en Arthur weer opgroef uit de tuin. Daarna sleepte hij hem mee naar zijn mand en likte hem helemaal schoon. Zo vond zijn baasje hem ’s morgens weer samen met Arthur in zijn mandje. In China werd de vriendschap tussen een hond en een poes beloond met een jong poesje, dat verdacht veel leek op een witte poedel.

Vriendschap is het delen van liefde voor dezelfde bezigheid. Het is de herkenning dat de ander iets leuk, lekker of prettig vindt, waar jezelf ook plezier aan beleeft. De ontdekking, dat je niet de enige gek bent die het prettig vindt om in een plas rond te stampen, een kuil in het zand te graven of achter een bal aan te rennen om die daarna weer ver weg te schoppen.

Niet iedereen houdt er van om in plassen rond te stampen, kuilen te graven, in de modder rond te rollen of om als hond, met een poes je mand te delen. Niet iedereen is dus altijd een vriend, maar hoe kom je er nu achter of iemand wel of geen vriend van je is? Kleine kinderen proberen het gewoon uit. Ze stampen rond in een plas en zien aan de twinkeling in de ogen van het andere kind, dat deze het een leuk spelletje vindt. Verschijnen er geen pretlichtjes dan wordt het kind in de categorie van stomme kinderen geplaatst, waarmee de plassenstamper verder niet mee wil spelen. Honden, zoals ik, springen op vier poten tegelijk naar voren, gaan laag op de grond liggen en kwispelen met onze staart naar links. Niet naar rechts, want wetenschappers hebben ontdekt dat, we alleen naar rechts kwispelen voor onze baasjes. Zonder woorden overbruggen wij een proces waar grote mensen lang over moeten praten.

                   
 


Grote mensen maken niet gemakkelijk vrienden. Ze moeten van zichzelf ‘de ander’ eerst beter leren kennen. Ze willen eerst nagaan of die ander wel bij hen past; of die van dezelfde muziek, eten, boeken, schrijvers, hobby’s etc. houdt. Ze willen erop kunnen vertrouwen dat, die ander hen niet zal aankijken met ogen waarin grote vraagtekens verschijnen als ze vertellen van welke spelletjes, muziek, schrijvers etc. ze houden. Ja, en dan wordt het moeilijk, want je neemt niet iedereen gelijk mee naar huis. Gelukkig heeft Voordorp, net als in ‘Coronation Street’ een gezellige kroeg, waar Jeroen je graag een biertje of wijntje inschenkt en waar je, in een veilige omgeving, lang kan praten met een ander. Misschien wel met een nieuwe vriend of vriendin?


Woef! Jip




Verscheen eerder in de VoordorpVooruit van februari 2008 

Jip wordt geshowed


                                                 
                                   

 Voorbij is ‘alweer’ die mooie zomer al wacht baasje nog steeds op een paar zomerse dagen. Ik ben blij als het oktober is, want dan mogen de trouwe viervoeters weer mee naar het strand en in die maand ben ik ook jarig. Dit jaar was oktober wel heel bijzonder: baasje heeft me geshowd op de clubmatch voor Jack Russells. Doodzenuwachtig waren we allebei. De avond ervoor moest ik in bad en baasje stond uren voor haar klerenkast, omdat ze niet wist wat ze aan moest trekken. Midden in de nacht zat ze nog haar nagels te lakken, omdat ze niet wilde dat ik om die reden een minpunt zou krijgen. Het werd een heel gezellige dag helemaal met de trein naar Zutphen. ’s Avonds, doodmoe liggend in mijn mand, zag ik wel tachtig witte hondjes met zwarte en bruine vlekken over mijn netvlies trippelen en enthousiast dat ze waren. En ja, de jury vindt mij een goed hondje met prachtige bruine ogen, pientere uitdrukking en prima temperament! Zo mag ik dat graag horen, want het is niet altijd gemakkelijk om een hond te zijn. Al doe ik nog zo mijn best er zijn altijd mensen die moeten zeuren.

Storm, regen, hagelstenen, maakt niet uit als hond ga je toch naar buiten op zoek naar het hondentoilet. Voordorpers hebben wat dat betreft niets over ons te klagen. Ik werd dan ook onlangs het gezeur van een Mevrouw zo zat over al die vermeende hondenpoep op de Parkstrook, dat ik haar gesommeerd heb om mij die hopen dan eens aan te wijzen. Ze heeft samen met mij wel een half uur lopen zoeken en vond er eindelijk een paar … ja zeker, op het hondentoilet. Typisch weer iemand die zelf geen hondje heeft en dus ook niet buiten wandelt om het uit te laten. Hoe zo iemand aan het idee van die poep komt is mij een raadsel, maar het kan zijn dat het gewoon in de ogen zit.

Het allerergste echter moet nog komen en dit gaat alle Voordorpers aan, die met het openbaarvervoer reizen, ’s avonds op het station de laatste bus naar Voordorp missen en toevallig bij hun bagage een klein hondje hebben zitten. Normaal zijn ‘huisdieren’ lid van het gezin, maar als we reizen zijn wij ineens ‘ bagage’ . Geeft niet hoor, ik houd van reizen in welke hoedanigheid dan ook en zowel buschauffeurs als treinconducteurs zeggen me altijd vriendelijk gedag tot vrijdagnacht 9 november. Zeker zes taxichauffeurs op rij weigerde baasje een rit naar Voordorp omdat ze mij bij haar bagage had zitten. Terwijl ze me nog wel een prachtige jas - vanwege de kou - had aangetrokken. Die chauffeurs willen op grond van religieuze opvattingen geen honden in hun taxi. Wij zijn ‘onrein’. Ik, zo’n mooi schoon wit hondje, waar menig mens zich aan kan spiegelen ben onrein!!! Baasje vindt het ronduit discriminerend en ik ben toch wel boos. In Nederland bestaat het recht op geloofsvrijheid, maar daar mag je een ander niet mee lastig vallen en zeker niet in openbare functies, die ten dienste staan van alle burgers ongeacht hun levensopvatting.

Woef! JIP.




Verscheen eerder in de VoordorpVooruit van november 2007



dinsdag 31 juli 2012

Zonder hond geen Homo Sapiëns

Foto © Ellen Meijer  rotstekening Fossum  "in samenwerking met Tanums Hällristningsmuseum Underslös "


Er was eens.... lang geleden! Wat zeg ik? Heel lang geleden, meer dan 35.000 jaren terug dat er in Europa twee soorten mensen leefden. De Neanderthalers en de moderne mens waar mijn baasje van afstamt. De Neanderthalers bevolkten Europa al zo'n 250.000 jaar.


Het waren sterke mensen met een grote schedel en een flink gewicht aan hersens, waarvan verondersteld wordt dat ze toch enige intelligentie bezaten. Het waren echte vleeseters en jaagden op vooral grote dieren zoals mammoeten, wolharige neushoorns en rendieren. Ze leefden in groepen en er is geen reden om aan te nemen dat ze niet met elkaar zouden kunnen praten. Er werden niet erg veel nakomelingen geboren. Vrouwen baarden slechts eenmaal in de vier jaar een kind. 

 De Homo Sapiens, die zich vanuit het Midden-Oosten over Europa begonnen te verspreiden, kregen daarentegen veel meer kinderen. En die moesten natuurlijk allemaal gevoed worden. Nu hadden die moderne mensen wel minder hersens, maar ze waren toch niet echt dom. Hoe een en ander precies in zijn werk gegaan is, daar over spreken de geleerden elkaar nog tegen, maar feit is dat die aardige Neanderthaler mensen zo'n tienduizend jaar, nadat de moderne mens voet op Europese bodem heeft gezet, gewoonweg zijn uitgestorven. 
Natuurlijk vind ik dat erg zielig voor die mensen, maar ja het was wel een tijd waarin de wet van Darwin 'de sterkste overwint' nog helemaal waar was.


Spaanse molosser (18e eeuw) soort dog voorouder van de Mastiff 
Alleen, en daar ben ik best een beetje trots op, die Homo Sapiens waren alleen sterker dan de Neanderthalers omdat ze vriendschap met ons honden hadden gesloten!


Pat Shipman, een antropoloog, bestudeerde fossielen van hondenbotten uit de tijd dat mens en Neanderthaler samen op aarde leefden. Hij ontdekte dat de mens in die tijd al heel veel van ons hield. Ze droegen juwelen waarin ze tanden van ons hadden verwerkt en er werd niet op ons gejaagd. Dat leidde hij af van het feit dat er geen tekeningen van ons op rotsen te vinden waren.


Mijn voorvaderen in die tijd waren groot en sterk en hielpen de mensen met de jacht en het zware werk. Ze sleepten de buit voor hen naar huis. Bewaakten hun erven, vrouwen en kinderen! 


Zo kwam Jan Splinter door die ijzige winter. Hielden mensen genoeg tijd en energie over om nakomelingen te krijgen en te voeden. Wij waren dus een soort werktuig voor mensen. Als tegenprestatie kregen we eten en mochten we bij de mens in huis wonen en zelfs op hun bed slapen.
En daar bleef het niet bij. Volgens Pat hebben wij ook de communicatie van mensen beïnvloed. Wij hebben als enig diersoort net als mensen oogwit en volgen de blik van iemand anders. Mensen hebben van ons afgekeken om op non-verbale signalen te letten en dat kan soms het verschil uitmaken tussen overleven of uitsterven. Pat Shipman beweert dat de moderne mens de Neanderthaler overleefd heeft dankzij ons: de hond! 


Dus willen jullie a.u.b. voortaan niet meer zeuren als ik eens een keertje blaf. Want ik wil dan gewoon met jullie communiceren. Een praatje maken met mijn vrienden: de mens! 
Woef! Jip


Verscheen eerder in de VoordorpVooruit van juni 2012

donderdag 21 juni 2012

Burgemeester Jip




Sinds een paar jaar mogen Utrechtenaren zelf hun burgemeester kiezen. Om de mensen een beetje te helpen, stelt een vertrouwenscommissie twee kandidaten voor, waartussen de stemgerechtigden mogen kiezen. Zoiets als kiezen tussen zwart en wit. Burgemeester zijn, is geen gemakkelijke taak: het is meer een hondenbaan. In één week tachtig uur werken, altijd alert zijn, iedereen bij elkaar houden, rondwandelen in stadswijken en goed in de gaten hebben ‘wat voor vlees er in de kuip zit’. Echt hondenwerk en zoals u kan zien ben ik helemaal wit. Ik zou dus een prima kandidaat zijn om op te stemmen.

Als burgemeester Jip zou ik een aantal gemeenteverordeningen wijzigen. Zo moet er een einde komen aan de discriminerende maatregelen tegen alle mensen, die een hond liefdevol als lid in hun gezin hebben opgenomen. Vaak zelfs - om de gemeente te helpen - afkomstig uit een dierenasiel. Maatregelen die gezinnen in twee kampen verdelen en er de oorzaak van zijn dat veel honden in de vakantietijd op straat belanden en uiteindelijk weer in het asiel. Oorzaak: deze gezinnen zijn bijna nergens welkom.

Willen ze zich met het hele gezin ergens verpozen, bv. bij een recreatieplas met door de gemeente mooi aangelegde strandjes, betaald van het belastinggeld van alle inwoners, lopen deze gezinnen op tegen bordjes: verboden voor honden. Daar staan ze dan. De kinderen hunkeren naar het water, naar het zand met uitdagende attracties, maar de hond mag er niet op? Het overkwam ons gezin verleden zomer.
Ik mocht van baasje eerst uitgebreid tegen de paal met het bordje aan plassen, maar daarna heeft ze me achtergelaten op een door zon verhitte parkeerplaats. In de auto, weliswaar met raampjes op een kier en een bakje water, maar toch!
  Als ik burgemeester ben, dan verander ik alle bordjes met ‘Verboden voor honden’ in bordjes met het vriendelijke verzoek om elkaar geen onnodige overlast te bezorgen en eigen afval o.a. hondenpoep op te ruimen. Ik weet zeker, dat er dan veel minder honden in het dierenasiel terecht komen. Geen verontwaardigde koppen meer in de krant over achtergelaten dieren. Het betekent ook dat veel minder honden met een rugzakje op verder moeten leven. Zoals mijn nieuwe vriendje ‘Happy’. Zijn baasje heeft hem die naam gegeven, omdat hij zo blij was dat hij uit het asiel weg mocht. Alleen durft Happy niet meer uit een auto als hij daar eenmaal in zit en volgt hij zijn baasje dicht op de voet, bang om hem kwijt te raken.

En 4 oktober: dag van de dieren. Wil ik graag uitroepen, als dag tegen het discrimineren van dieren en van de mensen, die het hele jaar voor hun dieren willen zorgen, ook tijdens de vakanties.

Woef! Jip

Verscheen eerder in de VoordorpVooruit van september 2007 

dinsdag 29 mei 2012

Over badhuizen en wasstraten


                                     

Baasje is verdrietig. Ze hangt in haar stoel voor de TV. ‘Ik wil niet in een wasstraat,’ jammert ze. ‘Ik wil niet met al die andere babyboomers in mijn blootje op een lopende band door zo’n tunnel met ronddraaiende borstels, die me insoppen zonder er op te letten of er zeep in mijn ogen komt en afgespoeld worden door sproeiers waarin legionellabacteriën huizen.’
Baasje heeft het altijd al gezegd: economen horen niet thuis in de gezondheidszorg, daar krijg je narigheid van. Laat ze lekker in een bank centen tellen en daar gelukkig zijn, maar laat ze alstublieft geen beleid uitstippelen voor hulpbehoevende mensen waar ze geld aan moeten verdienen. Ze mag straks blij zijn als ze uit die wasstraat te voorschijn komt en allebei haar nieren nog heeft, want Jip, zegt ze: donororganen zijn een schaarste product, oude mensen niet.
Ik heb echt met baasje te doen en begrijp niets van die economen. Een bevolking van bijna 16,5 miljoen en geen mens meer om een ander een beetje te helpen. Hoe hebben ze dat in godsnaam voor elkaar gekregen? In de jaren vijftig was dat, volgens baasje, heel anders en toen telde Nederland maar 10 miljoen inwoners. In die tijd waren er ook nog badhuizen waar hele gezinnen onder de douche stonden te zingen terwijl ze elkaar wasten en ruggen droog wreven.


In het badhuis aan het Willem van Noortplein komt nu een restaurant met Arabische sfeer. Nu hou ik wel van lekker eten hoor, maar waarom geen Hammam erbij waar alle oudere mensen uit Noordoost een keer in de week door medewerkers worden overgoten met bekkens warm water, gescrubd met zachte zeep en daarna heerlijk uit mogen rusten op een warme buiksteen? De bibliotheek moeten ze daar ook houden, dan wordt het weer net zoals bij de oude Grieken vijf eeuwen voor Christus. Die oude Grieken bouwden tempels opgedragen aan hun God van genezing ‘Asklepios’, daar verpleegden ze hun zieken. Eromheen bouwden ze gasthuizen, hospitalen, badhuizen, gymnastiekscholen en bibliotheken. Hun zorg betrof de totale mens met aandacht voor beweging, frisse lucht, lichaamsverzorging, hygiëne, afleiding en ontspanning.



Dat is heel wat anders dan een ‘wasstraat’ en weten jullie wel dat er ook wasstraten voor honden zijn? Gelukkig wil baasje niet dat ik daar in ga en ik wil niet dat baasje in een wasstraat gaat. Als het zover is zal ik persoonlijk de verzorging op mij nemen. Mijn tong is fluweelzacht, warm en behendig en ik kan er ieder moeilijk bereikbaar plekje mee reinigen. 

Woef! Jip  

Verscheen eerder in de VoordorpVooruit van juni 2007

dinsdag 8 mei 2012

Busje komt zo!




Ik wil het deze keer eens hebben over het openbaar vervoer. Over de plannen die er liggen en die de stad Utrecht – en ook de wijk Voordorp op stelten zetten. Baasje – niet meer de jongste – hoorde het op haar sportclub: Lijn 5 verdwijnt uit Voordorp! Ze wilde het eerst niet geloven, vooral omdat vorig jaar nog alle instaphaltes zijn verhoogd. Het is vast een 1-aprilgrap herhaalde ze steeds. Maar nee hoor die plannen zijn echt. In december 2012 verdwijnt buslijn 5.
Baasje zei tegen mij: 'Jip hoe moeten we straks als het fietsen te moeilijk wordt aan eten komen? Er is hier niet één buurtwinkel! Iedere dag een kwartier heen en terug naar de Gaard lopen is een hele afstand en wat als er sneeuw ligt of het geijzeld heeft? En ik ben niet de enige. Er wonen hier heel veel ouderen die geen auto rijden.'
Eerlijk gezegd vond ik het wel een aantrekkelijk plan. Iedere dag een flink stuk wandelen! Ik ben dol op de Gaard vooral op de dierenwinkel met al die lekkere koekies. Desnoods koopt baasje voor mij een rugzakje en help ik met het dragen van de boodschappen.


Taxi's bieden ook geen uitkomst: 'Veel te duur! En die chauffeurs vandaag de dag weigeren honden mee te nemen. Zelfs hulphonden laten ze staan, dus hoeft baasje zeker niet aan te komen met een gezelschapshond zoals ik. Ook niet als ik een rugzak met boodschappen draag.'

Baasje bedacht dat ze, net als haar vriendin Loekie,   zo'n gemotoriseerde fiets aan moest schaffen!


O jee ik zag me al zitten in de mand voor op de fiets met wapperende oren in de volle wind! Gelukkig hebben haar kinderen dit plan sterk ontraden: ' Als het glad en koud is kan u daar ook niet mee de weg op. Ma je blijft maar gewoon fietsen hoor! Flink trappen is goed voor uw conditie!' Zeiden ze tegen haar.

Nou jullie horen zeker wel wat het verdwijnen van buslijn 5 alleen in ons huis al teweeg heeft gebracht! Kan je je de beroering elders in de stad voorstellen? De berichtgeving in Ons Utrecht en op DNU over de plannen met het Utrechtse buslijnennet leverde tientallen voornamelijk boze reacties op.
Ik ben me er dus ook maar eens in gaan verdiepen, want eerlijk is eerlijk ik reis graag met het openbaar vervoer en ik mag behalve in taxi's ook altijd overal in. Niks mis mee! Maar dan moeten ze natuurlijk wel rijden. Want een wijk zonder buslijnen is zoiets als een poot zonder bloedvaten. Dat kan natuurlijk niet dan sterft die wijk gewoon af.

Gelukkig bleek alles bij nader inzien toch nog mee te vallen. De redactie van Ons Utrecht had vergeten te vertellen dat lijn 8 via de Gaard naar het eindpunt in Voordorp gaat rijden. Dus niet meer naar Overvecht. Daar hebben ze weer andere buslijnen ingezet. Het ziet er wat ingewikkeld uit, maar dat komt door de optimalisering. Enfin voorlopig hoeft baasje zich geen zorgen te maken. We kunnen straks gewoon – allebei met een rugzak – naar De Gaard om onze dagelijkse boodschappen te doen.
Woef! Jip

Verscheen eerder in de VoordorpVooruit van april 2012

dinsdag 17 april 2012

Vrijdag de dertiende

Verleden week was het weer zo! De dertiende dag van de maand viel op een vrijdag. Ik hoop dat jullie deze dag zonder kleerscheuren hebben overleefd. In 2007 schreef ik er al eens column over.

Dit ben ik in april 2010
  
Dit is mijn 13e Snuffelhoek en baasje moet het niet in haar hoofd halen om deze wijkkrant op vrijdag rond te brengen. Ik moet haar altijd helpen en loop straat in, straat uit, pad op, pad af en kijk toe als zij de een na de andere brievenbus opent en weer sluit. Sommige brievenbussen klemmen, anderen hebben een mond vol borstelige haren en dikwijls is het moeilijk om het krantje zonder kreukels naar binnen te duwen. Baasjes hand vertoont na afloop altijd blauwe plekken. ‘Gelukkig dat ik geen postbode ben,’ zegt ze dan: ‘ik zat zo in de WAO.’

Vrijdag en dertien, leert de historie, is een gevaarlijke combinatie. Op zo’n dag nummer dertien van je krantje bezorgen is de goden verzoeken om een ongeluk. Het kan mij of baasje treffen, maar zeker ook de mensen die dit nummer op vrijdag uit hun brievenbus halen. Misschien is er ’s nachts een slang in hun brievenbus gekropen en als ze die dan openen, nou dan weet je het wel. 

Ringslang

Laatst nog, tijdens een lange wandeling met baasje, zag ik een paar meter voor me op het pad een slang. Hij droeg zijn kop hoog in de lucht en kronkelde, luidt sissend, het kreupelhout in. Baasje lijnde me direct aan, bang dat ik net als mijn grootvader aangevallen zou worden door een brown snake. Gelukkig bleek het om een onschuldige ringslang te gaan.

Foxwarren Tommy, mijn grootvader 
   
Mijn 
opa, Foxwarren Tommy overleefde meerdere malen een aanval van een brown snake tijdens zijn verblijf in Australië. Oorspronkelijk komt mijn opa uit Engeland. Ik ben dus een tweede generatie allochtoon. Tommy is een beroemde Jack Russell, die vanwege zijn schoonheid veel prijzen won en goed in de markt lag bij de meisjes. Gevolg, hij kreeg veel kinderen waar van mijn vader: Joep van ’T Roosenbos, er één is. 

Dit is mijn vader Joep van 't Roosenbos



Op dit moment woont mijn opa weer in Nederland en is ondanks zijn veertien jaar goed gezond. Opa kan alleen vanwege lichte rugklachten niet meer op een stoel springen en snel iets van tafel gappen. Gelukkig ben ik daar nog heel rap in en baasje weet nu ook van wie ik dat heb. Ik zal aan de redactie vragen of ze een fotootje van mijn opa willen plaatsen. Ik ben echt heel trots op hem en op mijn buitenlandse afkomst. Ik heb dan ook twee paspoorten: een Nederlands en een Europees paspoort en nu niet gaan zeuren dat ik moet kiezen, want je weet maar nooit of ik op een vrijdag de dertiende zo’n tweede paspoort nog eens nodig heb! 

Woef! JiP


Verscheen eerder in de VoordorpVooruit van maart 2007

maandag 20 februari 2012

Over vogels tellen en Traumadieren.


Een beetje hond gaat met zijn tijd mee. Zeker als je columns schrijf in een krant voor je eigen wijk. Sinds juni 2010 heb ik mijn eigen Snuffelhoek bij blogger. Eigenlijk moet ik daar blogjes plaatsen, maar ik zet mijn columns na verschijnen erop. Ik zoek er leuke foto's bij of een filmpje van YouTube om het een beetje gezellig te maken. Ja ik begin een echte internethond te worden en plaats met enige regelmaat ook de oude columns op mijn pagina. 

Vlak voor het weekend van de jaarlijkse tuinvogeltelling zette ik een column uit de krant van november 2006 op mijn site. We maakten ons toen verschrikkelijk veel zorgen om onze huismus! Dat lieve vogeltje met zijn bruingestreepte ruggetje en grijs petje op zijn hoofd, leek compleet uit het straatbeeld verdwenen te zijn. Precies een jaar daarvoor was Nederland ook al in rep en roer omdat ze in Leeuwarden een kleine mus dood schoten nadat zij – het was een meisje – per ongeluk 23.000 dominostenen omver had geworpen.


De Dominomus is opgezet en maakt nu deel uit van de serie traumadieren in het Natuurhistorisch Museum in Rotterdam. Ze hebben daar een hele verzameling van dieren die onder dramatische omstandigheden zijn gestorven. Zeg maar dieren met een verhaal voor ramptoeristen. Zo is er een Mcflurry-egel, die verdronken is in een bekertje ijs omdat hij zijn kopje niet meer uit het bekertje terug kon trekken. Verder hebben ze een Traumameeuw. Een kokmeeuw die boven Hilversum een gat vloog in de cockpit van een traumahelicopter. Het museum wacht nog op een sportslachtoffer. Het liefst zouden ze de Treijtelmeeuw in hun collectie opnemen. Maar die staat in een vitrine bij Feyenoord sinds Eddy Treijtel de doelman van deze club het dier in 1970 met een welgemikt schot uit de lucht haalde. Dat gebeurde tijdens een uitwedstrijd bij Sparta en sindsdien maken de clubs ruzie over de vraag: van wie het dier nu eigenlijk is? 
 
Gelukkig zijn er nog veel levende dieren en vogels. Afgelopen januari telden meer dan 33.000 mensen de vogels in hun tuin. En ja hoor de huismus ligt landelijk met 145.799 tellingen flink aan kop.Het viel mij dan ook tegen dat in Voordorp de huismus slechts 21 keer is geteld en vierde in de toptien.Volgend jaar ga ik ook mee doen met de tuinvogeltelling. 

Ik ben al aan het leren over. hoe tuinvogels er uitzien en hoe ze fluiten.
Ik heb ook de website van 'Vogels in Voordorp' bezocht, maar daar is weinig nieuws te horen of te zien. Hopelijk zijn ze niet weg gevlogen!

Woef!Jip

Verscheen in de VoordorpVooruit van februari 2012

zondag 5 februari 2012

Patatje oorlog


We leven 2007 en ik wens al mijn lezers een gelukkig jaar toe. Wat een herrie was dat zeg; die overgang van het Oude naar het Nieuwe jaar. Kan dat volgend jaar niet een beetje anders? Donderdagavond 28 december barstte het vuurwerk al los. Enorme knallen en lichtflitsen namen bezit van de openbare ruimten. Zo  hevig dat baasje dacht dat de oorlog was uitgebroken. Ze raakte helemaal in paniek. Baasje is een oorlogskind en hangen vliegtuigen iets te lang brommend in de lucht, denkt ze direct dat de Engelsen Duitsland gaan bombarderen.
Ik wilde haar beschermen, trok aan mijn riem, sprong in iedere richting waar ik iets hoorde of zag en blafte heel hard: ‘houd op met knallen, stop met oorlog voeren, jullie maken mijn baasje bang!’ Baasje op haar beurt dacht dat ik nerveus werd van het vuurwerk en voerde mij kalmerende tabletjes. Als evacués hebben we de stad verlaten en Oud en Nieuw gevierd, ver weg op het platte land, bij familie van baasje. Voor oorlogskinderen is de vrede niet vanzelfsprekend. Ik vind dat zielig voor baasje en voor al die kinderen die vandaag en morgen geboren worden midden in een oorlog. 
    Laatst vroeg een journalist op de TV  aan Paul van Vliet - de ambassadeur van UNICEF – of hij geloofde in vrede en hij antwoordde: ‘zolang er nog mensen rondlopen die niet genoeg van zichzelf houden zal het oorlog zijn. Vrede is alleen mogelijk als mensen genoeg van zichzelf kunnen houden, als ze tevreden met zichzelf zijn.’ Goed hé!
    Mensen hebben dus zonder het te weten een negatief beeld van zichzelf en denken dat andere mensen niet van hen houden. Dat het vijanden zijn. Mensen projecteren dus de gevoelens die ze over zichzelf hebben in andere mensen. Zoiets als wat baasje doet met haar diaprojector. Ze stopt een lade met dia’s in het ding en hup er verschijnen allemaal beelden op een scherm aan de andere kant van de kamer. Beelden die je niet kan pakken en waar ik met mijn staart gewoon doorheen kan zwaaien zonder dat ze kapot gaan. Je kunt ze zien, maar ze zijn er niet. Ze zitten in de buik van de projector. Mensen zijn dus wandelende projectoren en als we voor altijd vrede willen hebben moeten we er voor zorgen dat ze uitsluitend mooie beelden van zichzelf in hun hoofd hebben.  
    Ik weet niet of deze theorie ook opgaat voor honden. In de diaprojector zitten allemaal mooie beelden van mij en ik houd veel van mezelf, maar als een andere reu aan mijn vriendin Maxime begint te snuffelen, dan wordt het wel een patatje oorlog hoor!
Woef! Jip 


Verscheen eerder in de VoordorpVooruit van januari 2007

vrijdag 20 januari 2012

Alles wat met huis begint verdwijnt

Een column uit november 2006. Waar maakte ik en u  ons toen ook al weer  druk over?


Breek me de bek niet open!
U mag het gerust weten, als ik door de wijk loop draag ik mijn staart heel hoog: Gemeten naar de kwaliteit van de woonomgeving wonen wij Voordorpers, van alle wijken in de vier grote steden, in de beste wijk. Toch iets om trots op zijn, vindt u ook niet? De onderzoekers hebben gelet op de volgende zaken: rommel op straat; vernieling; bekladding; hondenpoep; geluidshinder van verkeer of andere herriemakers; de aanwezigheid van winkels, basisscholen en huisartsen.
Baasje is wat kritisch over de uitslag, ze zegt: ‘We zijn ingesloten door drie autosnelwegen die dag en nacht ruis geven, hebben één basisschool, één huisarts en niet één  winkel, zelfs geen fietsenmaker! What the hell moeten de bewoners van die andere wijken wel niet allemaal op straat gegooid hebben om het van Voordorp te kunnen verliezen?’ 

Ze heeft wel een punt, dat de onderzoekers niet geteld hebben hoeveel huismussen er in onze wijk leven. Dat kleine vogeltje is volgens kenners, een belangrijke graadmeter van de kwaliteit van de leefomgeving. Jammer genoeg verdwijnt de huismus uit de grote steden en wordt het met uitsterven bedreigd. De mensen leven veel te netjes met schoon geveegde en betegelde straatjes. Niemand meer die nog een tafellaken gebruikt en de broodkruimels uitschudt boven de straat?  In Londen is al geen huismus meer vinden. 
Hoe zit dat eigenlijk in Utrecht? Ik loop al drie jaar in deze wijk en kan me niet herinneren dat ik één huismus heb gezien? Baasje beweert dat ze op Utrechtenaren lijken: Ogenschijnlijk onopvallend. Je moet de tijd voor ze nemen en goed kijken, dan pas zie je hoe mooi ze zijn. 

Het is niet alleen de huismus die verdwijnt uit de buurt, uit de wijk en zelfs de stad.  Alles wat met huis begint wordt, volgens baasje, bedreigd en verdwijnt uit de leefomgeving. ’s Avonds en in het weekeinde b.v. is er geen huisarts meer bereikbaar en het meest opengestelde huisartsenlaboratorium is buiten de stad op een industrieterrein neergezet. Hoe moeten meneer Grijs en mevrouw Golf straks als ze slecht ter been zijn, daar hun medische zorg halen? 

Wanneer krijgen honden nu eens kiesrecht en op welke politieke partij moet ik stemmen om er voor te zorgen dat deze grote verdwijntruc stopt?  Gelukkig hebben we nog wel een huisapotheek en wilt u een huismus zien? In het Natuurhistorisch Museum Rotterdam kunt u de kleine Dominomus bewonderen. 


Ja wel een dode mus.
 Woef! Jip

Verscheen eerder in de VoordorpVooruit van november 2006