dinsdag 29 mei 2012

Over badhuizen en wasstraten


                                     

Baasje is verdrietig. Ze hangt in haar stoel voor de TV. ‘Ik wil niet in een wasstraat,’ jammert ze. ‘Ik wil niet met al die andere babyboomers in mijn blootje op een lopende band door zo’n tunnel met ronddraaiende borstels, die me insoppen zonder er op te letten of er zeep in mijn ogen komt en afgespoeld worden door sproeiers waarin legionellabacteriën huizen.’
Baasje heeft het altijd al gezegd: economen horen niet thuis in de gezondheidszorg, daar krijg je narigheid van. Laat ze lekker in een bank centen tellen en daar gelukkig zijn, maar laat ze alstublieft geen beleid uitstippelen voor hulpbehoevende mensen waar ze geld aan moeten verdienen. Ze mag straks blij zijn als ze uit die wasstraat te voorschijn komt en allebei haar nieren nog heeft, want Jip, zegt ze: donororganen zijn een schaarste product, oude mensen niet.
Ik heb echt met baasje te doen en begrijp niets van die economen. Een bevolking van bijna 16,5 miljoen en geen mens meer om een ander een beetje te helpen. Hoe hebben ze dat in godsnaam voor elkaar gekregen? In de jaren vijftig was dat, volgens baasje, heel anders en toen telde Nederland maar 10 miljoen inwoners. In die tijd waren er ook nog badhuizen waar hele gezinnen onder de douche stonden te zingen terwijl ze elkaar wasten en ruggen droog wreven.


In het badhuis aan het Willem van Noortplein komt nu een restaurant met Arabische sfeer. Nu hou ik wel van lekker eten hoor, maar waarom geen Hammam erbij waar alle oudere mensen uit Noordoost een keer in de week door medewerkers worden overgoten met bekkens warm water, gescrubd met zachte zeep en daarna heerlijk uit mogen rusten op een warme buiksteen? De bibliotheek moeten ze daar ook houden, dan wordt het weer net zoals bij de oude Grieken vijf eeuwen voor Christus. Die oude Grieken bouwden tempels opgedragen aan hun God van genezing ‘Asklepios’, daar verpleegden ze hun zieken. Eromheen bouwden ze gasthuizen, hospitalen, badhuizen, gymnastiekscholen en bibliotheken. Hun zorg betrof de totale mens met aandacht voor beweging, frisse lucht, lichaamsverzorging, hygiëne, afleiding en ontspanning.



Dat is heel wat anders dan een ‘wasstraat’ en weten jullie wel dat er ook wasstraten voor honden zijn? Gelukkig wil baasje niet dat ik daar in ga en ik wil niet dat baasje in een wasstraat gaat. Als het zover is zal ik persoonlijk de verzorging op mij nemen. Mijn tong is fluweelzacht, warm en behendig en ik kan er ieder moeilijk bereikbaar plekje mee reinigen. 

Woef! Jip  

Verscheen eerder in de VoordorpVooruit van juni 2007

2 opmerkingen: