vrijdag 20 januari 2012

Alles wat met huis begint verdwijnt

Een column uit november 2006. Waar maakte ik en u  ons toen ook al weer  druk over?


Breek me de bek niet open!
U mag het gerust weten, als ik door de wijk loop draag ik mijn staart heel hoog: Gemeten naar de kwaliteit van de woonomgeving wonen wij Voordorpers, van alle wijken in de vier grote steden, in de beste wijk. Toch iets om trots op zijn, vindt u ook niet? De onderzoekers hebben gelet op de volgende zaken: rommel op straat; vernieling; bekladding; hondenpoep; geluidshinder van verkeer of andere herriemakers; de aanwezigheid van winkels, basisscholen en huisartsen.
Baasje is wat kritisch over de uitslag, ze zegt: ‘We zijn ingesloten door drie autosnelwegen die dag en nacht ruis geven, hebben één basisschool, één huisarts en niet één  winkel, zelfs geen fietsenmaker! What the hell moeten de bewoners van die andere wijken wel niet allemaal op straat gegooid hebben om het van Voordorp te kunnen verliezen?’ 

Ze heeft wel een punt, dat de onderzoekers niet geteld hebben hoeveel huismussen er in onze wijk leven. Dat kleine vogeltje is volgens kenners, een belangrijke graadmeter van de kwaliteit van de leefomgeving. Jammer genoeg verdwijnt de huismus uit de grote steden en wordt het met uitsterven bedreigd. De mensen leven veel te netjes met schoon geveegde en betegelde straatjes. Niemand meer die nog een tafellaken gebruikt en de broodkruimels uitschudt boven de straat?  In Londen is al geen huismus meer vinden. 
Hoe zit dat eigenlijk in Utrecht? Ik loop al drie jaar in deze wijk en kan me niet herinneren dat ik één huismus heb gezien? Baasje beweert dat ze op Utrechtenaren lijken: Ogenschijnlijk onopvallend. Je moet de tijd voor ze nemen en goed kijken, dan pas zie je hoe mooi ze zijn. 

Het is niet alleen de huismus die verdwijnt uit de buurt, uit de wijk en zelfs de stad.  Alles wat met huis begint wordt, volgens baasje, bedreigd en verdwijnt uit de leefomgeving. ’s Avonds en in het weekeinde b.v. is er geen huisarts meer bereikbaar en het meest opengestelde huisartsenlaboratorium is buiten de stad op een industrieterrein neergezet. Hoe moeten meneer Grijs en mevrouw Golf straks als ze slecht ter been zijn, daar hun medische zorg halen? 

Wanneer krijgen honden nu eens kiesrecht en op welke politieke partij moet ik stemmen om er voor te zorgen dat deze grote verdwijntruc stopt?  Gelukkig hebben we nog wel een huisapotheek en wilt u een huismus zien? In het Natuurhistorisch Museum Rotterdam kunt u de kleine Dominomus bewonderen. 


Ja wel een dode mus.
 Woef! Jip

Verscheen eerder in de VoordorpVooruit van november 2006


dinsdag 20 december 2011

Zo treurig!



Nee het ligt niet aan het weer dat ik zo treurig ben. Ook niet dat de top van Ajax een machtsstrijd met Kruif uitvecht. Een voetbalclub die zijn thuishaven De Arena noemt kan niet volgens het harmoniemodel bestuurd worden. Ja die kop ik mooi in hé! Maar hij is niet van mijzelf hoor. Ik heb hem gejat van Adriaan; een schrijfvriend van mij. Aforismen noemt hij dat. Ja zo'n tekst vrolijkt me wel wat op, maar de treurigheid overheerst.

Ik mis mijn tuinvriendin Tineke. Ineens lag er een brief in het tuinhuis dat ze niet meer kwam. Gek hoor! Ik was nog maar een jonge hond toen baasje op Ons Buiten een tuin kreeg. Tineke haar tuin grensde aan de onze en vanaf het begin klikte het tussen Tineke en baasje en tussen mij en Tineke. Altijd als ze op de tuin was – en dat was bijna iedere dag – wipte ze een paar maal bij ons aan. 'Zullen we even een pauze houden,' zei ze dan. Ze nestelde zich bij ons in een tuinstoel en dan kroop ik bij haar op schoot. Ze kriebelde over mijn kop en oren, fluisterde: 'Wat ben je toch een schatje.' 


Baasje maakte wat drinken en Tineke trakteerde op een sigaretje en zo door de jaren heen vertelde ze over haar leven. Over het grote Brabantse middenstandsgezin waarin ze was opgegroeid. Over haar linker oog dat blind was geworden door een granaatscherf in de 2e wereldoorlog en waardoor ze altijd links van baasje wilde zitten om haar goed te kunnen zien met het andere oog. Over de liefde voor haar vader, die haar zoveel ruimte had gegeven om zelf te bepalen wat ze wilde doen. Haar en de andere kinderen door dik en dun vertrouwde. 

Tineke bereisde de wereld. Trok met vrienden op de scooter door heel Europa. Werkte in tehuizen van de kinderbescherming met moeilijk opvoedbare meiden. Daar had ze ook leren roken want zonder sigaretten was het moeilijk om het vertrouwen van de meiden te winnen. Ze was nooit getrouwd maar dol op de kinderen van haar zussen en broers. Nam een poos onbetaald verlof toen een schoonzusje na vijf kinderen weer zwanger was en het een drieling bleek te zijn. 

Dat was Tineke alles kon net zoals bij haar vader. En toen een jaar of vier geleden is het begonnen: ik noem het maar het grote vergeten. De zinnen haperden, het vinden van de woorden werd steeds moeilijker en dapper als ze was wilde ze de oorzaak weten. 'Ja hoor het is Alzheimer,' vertelde ze aan baasje en ook dat ze blij was dat ze dit had gekregen, want behalve het oog had ze nooit ergens aan geleden en aan ziekenhuizen had ze pest. Ze regelde nu ze het nog kon alles bij de notaris, machtigde een vertrouwd familielid om straks als ze de weg kwijt zou zijn, voor haar te beslissen. 


De weg van haar huis naar haar tuin op Ons Buiten. Tineke heeft het lang volgehouden. Eerst nog op de scooter later alleen nog op de fiets.
Tot ruim een maand geleden er een plekje vrij kwam in het verzorgingshuis waar ze al een poosje op de wachtlijst stond. Ja ze heeft een mooie kamer en mag er sigaretjes roken zolang dat nog verantwoord is.
Woef! Jip


Verscheen in de VoordorpVooruit van december 2011

donderdag 24 november 2011

Jip wil ook naar school



Wat kan een zomervakantie toch lang duren! Eerst wekenlang een zinderende hitte waarin ik met mijn tong uit mijn bek en wolken stof rond mijn poten door de wijk snuffelde. Daarna kwam er een zondvloed aan water en ook daar heb ik een hekel aan.

Ik begrijp heel goed dat de kinderen in Voordorp dolblij waren toen op 21 augustus de deuren van de openbare basisschool eindelijk open gingen. Opgewonden rukten ze zich los van hun ouders en renden naar binnen, opzoek naar hun oude vriendjes en vriendinnetjes waar ze gewoon Nederlands mee konden praten.
Baasje snapt er niets van. ‘Het fijnste van school vroeger,’zegt ze,‘ vond ik de bel van halfvier.’
Ik vond de hondenschool juist heel leuk. Eerst met de trein naar Bilthoven om te socialiseren. Daarna met een heleboel jonge honden lekker dollen op een weitje. We mochten gewoon blaffen, moesten alleen woordjes leren, zoals: naast, blijf, af, kom, hier!!! Ja, nee en goed vond ik het gemakkelijkst en het lekkerste woord vind ik nog altijd: koekje. Tijdens ons speelkwartier kregen de baasjes les in verzorging en uitleg over hondenziektes. Wist u dat er ook zo iets als een rode hond bestaat en dat kinderen die mee naar school mogen nemen? Jammer dat ik niet rood ben. Ik wil heel graag naar de basisschool, maar baasje vindt dat niks. ‘Op school krijg je luizen,’ beweert ze. ‘Zeker na een vakantie dan zitten die kinderen stikvol met van die kleine kriebelbeestjes.’

Even was ze bang dat ze zelf luizen had opgelopen tijdens haar reis naar een plaats in Oost Duitsland ergens beneden Dresden. Mij had ze uit logeren gebracht. Naar mijn peettante: ‘Dat is niks voor jou Jip,’ zei ze, ‘twaalf uur in een interliner.’
Paul is ooit op school met luizen besmet en ze raakt bijna overspannen als ze terug denkt aan al het werk wat ze heeft moeten verrichten om er weer van af te komen. In één keer alle beddengoed en alle kleren wassen, het hele huis een grote schoonmaakbeurt geven en iedereen met een gifshampoo behandelen.
De redding kwam van een nieuwe uitvinding: een elektrische luizenkam. Zo’n kam spoort luizen op en dood ze met een elektrische schok, terwijl de ervaring op scholen leert, dat de kinderen gewoon blijven leven. Mooi toch! Gelukkig bleek dat baasje geen luizen had, maar ik vraag me wel af of zo’n kam misschien ook helpt tegen vlooien? 

Woef! Jip

Verscheen eerder in de VoordorpVooruit van  september 2006

dinsdag 27 september 2011

Over Nornen, Spinnen en Oudewijven in de zomer



Ik weet niet wanneer deze VoordorpVooruit bij u op de deurmat valt, maar op het moment dat ik deze column schrijf is het heerlijk warm september weer!
'Gelukkig Jip dat we na die mislukte Hondsdagen toch nog een Oudewijvenzomer krijgen!' Zegt baasje. Ze zit in een stoel voor het open raam met gesloten ogen te genieten van het zonnetje.
Hondsdagen! Ouwewijvenzomer! Waar heeft baasje het over? Ze is pas jarig geweest en ja de lenterevolutie ligt al even achter haar. 'Baasje zo moet je niet over je zelf praten hoor , voor mij blijf je eeuwig jong!' Maar ze antwoordt dat het een gezegde is en niets te maken heeft met de leeftijd van vrouwen .
De Oudewijvenzomer is een periode van warmte van 17 tot 25 september en de naam voert terug naar de Germaanse mythologie. Naar de noodlotsgodinnen die Nornen worden genoemd. Nornen, vertelt baasje, zijn vrouwelijke watergeesten met lange blonde haren die al spinnend of wevend de menselijke levensdraden – geboorte, leven en dood – uitbeelden in de buurt van voorspellende bronnen. En dat het oude wijven zijn geworden hebben we te danken aan een vrouwelijke watergeest Mettje geheten. Mettje woonde aan de monding van de Weser en kamde haar lange witte haren, schudde ze van haar kleren waarna deze naar Sleeswijk Holstein dreven.
Ja ik voel hem al aankomen. En de mensen in Sleeswijk Holstein zeiden toen: 'zit dat oude wijf haar haren weer te kammen!'
Maar dat weet baasje niet zeker. Alleen dat door de tijd heen de gesponnen draden toegeschreven werden aan oude breiende vrouwen, aan spinraggen en aan kleine veldspinnetjes die in september bij mooi en rustig weer van die hele lange draden spinnen. 
 

met dank aan Mart!
Nou maar ik zie ook wel eens 
op het tuinenpark 'Ons Buiten' van die hele grote dikke kruisspinnen die van lange draden een heel web weven. Ze hangen ze onder aan heggen en soms loop ik er zo met mijn snuffert in. Met die webben vangen ze vliegen, beroven ze van hun bloed en maken zo een einde aan hun levensdraad. Uiteindelijk gaat het toch om de ene draad tegen de ander? Of ben ik nu misschien een beetje tegendraads?

Ik heb baasje ook nog even gevraagd hoe het nu precies zit met die Hondsdagen. Nou dat is ook weer een hele geschiedenis en wat ik al dacht: het heeft niets met mij, met een hond te maken. Behalve dan dat ze vroeger in die heel hete periode van het jaar honden vaak muilkorfden omdat er veel hondsdolheid voorkwam. Maar daar hebben we dit jaar geen last van gehad want deze zomer is net zoals met die gezegdes gewoon verwaterd!

Jip!


Verschijnt in de VoordorpVooruit oktober 2011



maandag 26 september 2011

Jip is jaloers




Mijn leven is dit voorjaar grondig veranderd. Lekker snuffelen door de wijk is er bijna niet meer bij. Baasje heeft het druk. ‘Schiet op, Jip,’ zegt ze al gauw, ‘loop eens een beetje door.’ 
Als ik mijn neus omhoog steek, ruik ik niet de prikkelende geur van fluitenkruid, van pas gemaaid gras of lentebloesem. 
Nee, slechts één overheersende lucht dringt mijn neus binnen als ik mijn hondenrondje loop langs ‘Ons Buiten’, wat lig te luieren in de tuin of op de bank in mijn eigen huis. Baasje draagt het met zich mee aan haar schoenen en haar kleren en zelfs haar haren ruiken er naar. 
Het is de geur van geit en elf van die kleine mormels hebben mijn leven goed verpest. Eerst moesten ze allemaal geboren worden. De regen viel in stromen neer terwijl ik wachtte in het tuinhuis. ‘Jipje blijft. Jipje is lief. Hier heb je een koekje, Jip’, en weg was baasje weer. Maar oh, wat waren die geitjes lief. 


Vooral Adriaan en Adriana. Duidelijk de kinderen van Dicky. Dat had die kleine dwergbok toch maar mooi gepresteerd. Ja hoor. En wat was de dank? De dierenarts kwam langs en heeft hem gedokterd. Je weet wel, zo’n kleine operatie waardoor hij niet meer weet wat hij is. Baasje dacht eraan om mij ook naar de dokter te brengen. Ik ben te dominant, vinden veel van haar kennissen. 
Het is waar, snuffelend langs paden en graspollen fantaseer ik over een lief meisjeshondje. Ze lijkt op mijn zusje Koosje. Helemaal wit, smal kopje met bruine ogen, lange wimpers en een vochtig zwart neusje. Telkens til ik mijn poot op in de hoop dat mijn prinses eens langs zal komen en zal vallen voor mijn charmes. Gelukkig vindt de dierenarts zo’n operatie geen goed idee. Mijn gedrag zal niet veranderen, maar ik word misschien wel dik. 

Het allerlaatste geitje dat geboren werd mocht direct bij de burgemeester op schoot. Alleen omdat ze ‘Annie’ heet! Niet één geit is naar mij vernoemd. En omdat ik blafte, mag ik niet meer bij de dierenweide komen. Wat is dat voor een dierenweide zeg? 
Ik denk erover om naar Amerika te gaan. Daar zijn ze veel liever voor honden. Een groot reclamebureau heeft als experiment jonge moeders toegestaan hun pasgeboren baby’s mee naar het werk te nemen. Dit bevalt zo goed dat er op het bedrijf inmiddels 33 kinderen, een stel honden en zelfs een geit zijn grootgebracht. Het bedrijf zelf groeide ook als kool. Leuk toch! Ik weet alleen niet of ik wel zo gelukkig ben met die geit. 
Woef! Jip 


Verscheen eerder in de VoordorpVooruit juni 2006.

woensdag 6 juli 2011

Verliefd op Meneer de Wit

Hebben jullie afgelopen april de uitzending gezien van Paul&Witteman met in het programma Ton Verlind en zijn hond Lumi! Een witte Zwitserse herder die allerlei karweitjes in huis opknapt. Ton heeft een boek geschreven met de titel: Verliefd op Mevrouw de Wit. Zo noemt hij Lumi ook. Nou ik kan wel zeggen dat ik ook een beetje verliefd ben op Mevrouw de Wit. Niet alleen omdat ik ook wit ben, maar vooral omdat ik graag werkjes in huis verricht.
Zodra de wekker 's morgens afloop spring ik bij baasje op bed en geef haar een eerste wasbeurt.

Vervolgens haal ik een schoen onder het bed vandaan en breng deze naar de huiskamer. Zo stimuleer ik baasje om snel op te staan. Ik ren met haar achter me aan een paar rondjes om de tafel, zodat ik zeker weet dat ze goed wakker is en maak dan aanstalten om de binnenzool te verwijderen. Kijk en dan heb ik baasje precies waar ik haar hebben wil.
'Jip' vraagt ze dan, 'wil je een koekje?' Ze loopt naar de bekende kast en in ruil voor een hondenkoekje leg ik de schoen voor haar voeten neer.


Ja want slim als ik ben, heb ik al lang begrepen dat mensen niet zonder schoenen naar buiten willen. Ik kom echt de deur niet uit voor baasje haar schoenen aan heeft.
Soms wil ze eerst nog even plaats nemen achter haar computer; haar email checken, kijken of er nog iets leuks op facebook staat, of er misschien een interessante twitter langs komt. Maar ook dat heb ik door! Snel gris ik het kussentje van haar stoel en ren weer een rondje om de tafel.
'Jip geef hier! Ik heb een hekel aan die harde stoel!'
'Ja natuurlijk baasje, maar als jij me nu eerst eten geeft dan gaan we samen naar de tuin op Ons Buiten, want daar is nog veel te doen!' Nee ik hoef haar niet te helpen met het aanleggen van de kerstverlichting zoals Mevrouw de Wit voor haar baasje heeft gedaan. Onze problemen zijn van een heel andere orde: het tuinhuisje is aangetast door rot!
In het najaar al had baasje vol goede moed, samen met mij de vloer er uitgesloopt. Maar daarna – u bent het misschien allang vergeten – liepen baasje en ik een lange lange, eerst natte herfst en daarna witte winter somber langs onze tuin. We wilden niet eens door het tuinhek naar binnen gaan. Wat was er gebeurd?
In een vlaag van verstandsverbijstering had de buurman rechts alle plantage uit zijn tuin gerooid. Ook de wintergroene en twee meter hoge taxus heg tussen zijn en onze tuin moest er aan geloven waardoor het schaduw terras met borders en het karakter van onze tuin op één dag naar de knoppen ging. Het ophogen van zijn tuin met god mag weten hoeveel kub aarde en daarna de zondvloed waren er de oorzaak van dat het water geen andere weg zag dan zich over ons tuinpad richting ons tuinhuis te begeven. Gelukkig lag de nieuwe vloer nog op tafel.
Met de komst van de warme en zonnige lente zijn we de strijd tegen het water en verrotting aangegaan. Baasje zucht en steunt maar ik moedig haar aan: 'Goed zo baasje! Hier staat de stop houtrot en daar de twee elementen pasta om de gaten mee te vullen. Kijk eens hoe hard het wordt! Beetje cement over de vloer. Afsmeren met een waterdichte pasta. Moet je eens zien hoe mooi het wordt!'
Doodmoe maar tevreden keren we aan het eind van iedere dag weer terug naar huis. Baasje zegt steevast: 'Ik wist niet dat ik het in me had?' En dan geef ik haar een kus op haar gezicht en zij op haar beurt geeft mij een knuffel en zegt: 'Ik ben echt verliefd op jou, Meneer de Wit!'


U begrijpt natuurlijk wel, zo'n dag kan voor mij niet meer stuk!
Woef! Jip

Verscheen eerder in de VoordorpVooruit van juni 2011

maandag 13 juni 2011

Leven als wilde honden!

Misschien wat vreemd om richting midzomer een column te plaatsen over de kerst. Maar mijn 7e column schreef ik in januari 2006.




Geweldig hé! Het kerstfeest op de Brink! In Villa Kakelbont speelden kinderen waanzinnig leuke spellen. Ze smulden van poffertjes en dronken chocolademelk. Buiten in de grote tent warmden mensen zich aan een glas glühwein Ik leek op een echte kersthond met de roodfluwelen band om mijn hals. Iedereen wilde me aaien, alsof ik bij de levende kerststal met de ezel en al die andere dieren hoorde.

In de melkbus regende het euro’s, zodat de kinderen van León voortaan op school gewoon op een stoel aan hun lessenaar kunnen zitten.
Tijdens de kerstdagen praatte iedereen over lekker eten en goede doelen waar je euro’s aan kon geven.

Als ik een spaarpot had, zou ik hem omkeren voor de wilde honden in Afrika. Ze zijn nog maar met 3000 en dreigen uit te sterven, terwijl wilde honden zo sociaal zijn dat zelfs mensen er nog wat van kunnen leren. Ze leven in troepen van 6 tot 20 honden zonder dat er een duidelijke rangorde of aanvoerder is. De dieren verdelen onderling het werk: sommige honden waken bij de holen waarin de jongen worden grootgebracht terwijl anderen op jacht naar voedsel gaan. Terug met een buit mogen eerst de jongen en zwakke oudere dieren eten. De jongen zijn vaak agressief en bijten de sterke volwassen honden zonder dat ze terug gebeten worden. Wilde honden leven onderling in vrede samen en zorgen als eerst voor de zwakkere onder hen.

De dagen na kerst vond ik minder leuk. Ontploffende bommen, schoten en knallen. Meterhoog sprong ik tegen het raam. Had baasje nu maar zo’n kogelvrij vest gekocht die een Duits bedrijf speciaal voor honden heeft ontwikkeld, dan had ik misschien wel naar buiten gedurfd. Nu probeerde ik het op de kattenbak, maar alleen mijn hoofd paste in de opening en toen ik mijn poot optilde viel alles ernaast.

Het oude jaar heb ik afgesloten met een duik midden in de sloot achter de geitenstal van ‘Ons Buiten’. Ik wist nog niet dat je door ijs heen kon zakken en er liep zo’n lief hondje op het pad aan de andere kant van het water. Baasje stapte me - met kleren en al aan - pardoes achterna. Het water reikte tot aan haar middel voor ze me tussen de ijsschotsen vandaan kon plukken en terug op de kant zette. Gelukkig waren er twee lieve mensen in de buurt, die haar daarna op het droge hielpen. Schoon geboend ben ik het nieuwe jaar in gegaan en wens dat iedereen in 2006 een beetje wil leven als de Afrikaanse Wilde Hond.
Woef! Jip


Verscheen eerder in de 'VoordorpVooruit'  van januari 2006