zondag 16 december 2012

Van Oude Dingen die Voorbijgaan





Al snuffelend door Voordorp, belandde ik laatst op de Sartreweg en dat was echt schrikken. De Veemarkt is weg! Helemaal verdwenen! Op de plaats waar de hallen stonden, ligt nu een grote bouwput tussen goed afgesloten hekken. Ik kon mijn ogen niet geloven. Baasje keek ook verbouwereerd naar de plek waar nog niet zo heel lang geleden koeien, paarden en kleinvee met handgeklap van eigenaar wisselden. Wat later waren dat vooral auto's, die uit heel Europa hier verhandeld werden. En niet te vergeten alle evenementen als vlooienmarkt, antiek- en tuinbeurzen die er werden gehouden. Baasje drukte haar gezicht tegen het hekwerk, alsof ze hoopte dat het slechts een zinsbegoocheling was, maar de leegte bleef.
'Jip,' zei ze: 'weet je nog dat we hier samen naar een hondententoonstelling zijn geweest? Er waren ook Jack Russells en ik wilde jou daar kennis mee laten maken. Ha ha... was helemaal niets voor jou. Je wist je echt niet te gedragen.'


 
'Eh .. ja ik plaste tegen de broek van een hondenbaasje. Sorry, maar dat mens had echt een heel verwaande reu naast zich lopen.'


'Ergens begin jaren negentig,' vervolgde ze: ' het was kerstvakantie, bouwden ze hier achter de hallen een groot circus op. Ik meen me te herinneren dat het Russisch was, maar zeker weet ik dat niet meer.'


Baasjes stem klonk weemoedig. Als kind mocht ze eens mee naar een circus in Scheveningen. Nu had ze zelf jonge kinderen en ze kon zo met hen het terrein oplopen. In een wagen achter tralies lag een enorm witte tijger hen knipogend aan te kijken: 'Sneeuwwit Jip! Zo mooi en zo dichtbij!'




Samen met haar kinderen is ze naar een voorstelling geweest met plaatsen helemaal vooraan: 'Een vierspan paarden denderde dicht langs ons heen.' Baasje keek alsof ze de paarden weer langs haar heen zag galopperen. Ik keek ook nog eens goed tussen het gaas van het hek door, maar er was echt niets meer te zien.

Met de sloop van de 'Veemarkthallen' is er voor Utrecht een eind gekomen aan honderden jaren van veiling- en veemarkten. De eerste jaarmarkten en kermissen werden gehouden op het Neude dat rond 1450 werd verhard. Ruim een eeuw later (1558) verhuisden de activiteiten naar het Catharijnevelt, nu bekend als het Vredenburg. In 1929 vertrok de markt naar de Croeselaan en in de jaren zestig besloot het gemeentebestuur dat de markt in de Voorveldsepolder gehuisvest zou worden. Anno 2012 is de veemarkt voor Utrecht geschiedenis geworden.





Ons rest slechts woningen met mensen, die op een Veemarkt gaan wonen. En als je goed kijkt, heb ik me laten vertellen, dan kan je in de bouw van de huizen de contouren van de hallen terugvinden.




Met het verdwijnen van de veemarkt is ook de afslag: VEEMARKT op de verkeersborden van de snelwegen verdwenen, zodat de visite voor de verjaardag van baasje helemaal door naar Amersfoort reed! Voordorp is een heel gewone stadswijk geworden!

Woef! Jip

Verscheen eerder in de VoordorpVooruit van september 2012

zaterdag 15 december 2012

Allerzielen



Als jullie dit lezen is de maand november waarschijnlijk weer voorbij is. Ik zal echt blij zijn; wat een sombere maand! De lucht ziet grijs en de wind slaat met natgeregende bladeren om mijn oren als ik nood gedwongen mijn rondje loop. Helemaal aan het begin, op 2 november is het de dag van Allerzielen, iedereen denkt dan aan zijn dode familie en vrienden, en daar word je ook niet vrolijk van.



Baasje vertelde, dat zij als kind op Allerzielen aflaten ging verdienen. Met een aflaat kon ze zieltjes, die in het vagevuur schoon lagen te branden, de hemel in helpen. Uit school rende ze met andere kinderen de kerk binnen, deed snel een schietgebedje, maakte een kruis met wijwater, holde naar het kerkhof en weer terug de kerk in. Dit ritueel moest zeven keer herhaald worden voor ze één aflaat had verdiend. Tussendoor maakte ze de grafsteen van haar grootouders schoon en snoefde met de andere kinderen, over wie de meeste zieltjes had bevrijd.



Jammer toch dat er geen kinderen waren om dat Pekineesje uit zijn reismandje te bevrijden voordat het verdronk. Ik wandel zeker zeven keer in de week langs het water van de Tomáš Masarykstraat, maar ik heb niets gezien dinsdagavond 21 oktober. Ik ben er helemaal verdrietig van en kan niet begrijpen dat een baasje dat doet. Een baasje moet voor je zorgen, met je wandelen en oppassen dat je niet verongelukt. In het water gooien mag, maar alleen om een stok of bal op te halen. Het mag niet in een mandje waarvan de deur niet open kan en dan nog wel met je lievelingsdekentje erbij. Dat lieve Pekineesje heeft vast gedacht dat zijn baasje een spelletje met hem ging spelen. Dat hij net als Mozes in zijn mandje op het water zou blijven drijven en gered zou worden, maar dat was niet zo. Ik vraag me steeds weer af, waarom het baasje niet naar het dierenasiel is gegaan. Natuurlijk het is niet gemakkelijk om als baasje te bekennen dat je beter niet een hondje had kunnen nemen. Vooral een jong hondje is een echte handenbinder. Baasje zei van mij dat ik erger was dan twee kinderen, maar ze is toch voor me blijven zorgen.

Was die kleine Pekinees maar hard weggerend naar onze voordeur. Daar stond begin oktober een klein katje voor te miauwen. Ze zat helemaal onder de vlooien. Baasje heeft foto’s gemaakt en haar als gevonden opgegeven. Maar niemand, niemand miste een lief klein poesje en ze had ook geen chip. Nu woont ze bij ons. We hebben haar Mo – naar Mozes – genoemd, maar ze is wel een meisje. Ik ben heel erg blij met haar, ze is mijn dikste vriendin. Ze mag van mijn brokken eten en met mijn staart spelen. We rennen keihard rondjes over de nieuwe bank. Als je ‘ Mo en Jip ‘ googled kan je ons zien op You Tube.


 Jammer dat die kleine Pekinees niet met ons mee rondjes kan rennen, maar aflaten hoeven jullie niet voor hem te verdienen. Ik weet zeker dat hij hoog en droog in de hondenhemel met zijn nieuwe vriendjes speelt.

Woef! Jip

Verscheen eerder in de VoordorpVooruit van december 2008

zaterdag 27 oktober 2012

Over lintjes en borstkanker bij mens en dier



Op de dag dat ik mijn 20ste Snuffelhoek schrijf, is mijn baasje jarig. ‘Sorry’ heb ik tegen haar gezegd: ‘Ik heb vandaag geen tijd voor feestjes, de deadline dringt…” 

‘Niet erg hoor, Jip! Ik ga lekker uit eten met mijn familie, blijf jij, maar achter die PC zitten,’ heeft ze geantwoord.

Weet je, ik gun haar dat wel. Ze heeft ook echt iets te vieren. Behalve dat ze jarig is, is het ook vijf jaar geleden dat ze een slecht nieuws bericht kreeg. Ja zo heet dat. In een gesprek – meestal met een arts – krijg je dan te horen, dat je een levensbedreigende ziekte hebt. Baasje werd verteld dat ze borstkanker had. Ik was toen nog niet geboren, maar ze heeft mij er wel over verteld. ‘Heel raar hoor Jip. Je leven wordt even stil gezet en dat komt niet alleen door al die onderzoeken, operaties en controles waarmee je agenda vol is gepland. Het zit in de kleine dingen.

Bijvoorbeeld: je paspoort is verlopen en dan denk je, misschien kan ik beter een identiteitskaart nemen, want een paspoort is duur en vijf jaar geldig. Wat moet je met vijf jaar als je gehoord hebt, dat je kanker hebt? Of met al die foto’s die je gewend bent om van je vakantie te maken en waarvan je dacht, dat je die op je oude dag allemaal lekker zou gaan bekijken?’


                                         
                                                     


In Nederland krijgt van iedere acht vrouwen er één te horen dat ze borstkanker heeft. Dat is heel veel. Maar weten jullie dat het bij vrouwtjeshonden ook voorkomt en dat het daar zelfs één op de drie is! En nu het allerergste dat mijn moeder ‘Keetje’ ook zo’n slecht nieuwsbericht heeft gekregen. Gelukkig heeft ze geen nieuw paspoort nodig, want ze woont nog altijd op een boerderij in mijn geboortedorp, samen met mijn zusje Koosje en blijven daar op het erf. Afgelopen zomer ben ik heel even op ziekenbezoek geweest. Echt kort, want mijn moeder deed erg onaardig tegen mij en mijn zus Koosje trok zelfs haar bovenlip op. Echt een bitch, terwijl ik haar leuk vond en met haar wilde spelen net zoals toen ik nog in het nest verbleef. We hadden het toen toch heel erg gezellig. Ik heb er nog een filmpje van en zal aan de redactie vragen of ze een link willen maken. Kunnen jullie zelf zien hoe leuk het was!

Baasje heeft mij met zeven weken meegenomen. Ze wilde niet meer piekeren over de dood, maar stil staan bij een nieuw leven. Samen met mij naar buiten. Wandelingen maken in de natuur. Diep ademhalen. Af en toe zegt ze tegen mij: ‘Jip jij hebt mij er doorheen getrokken.’ Letterlijk bijna, want ik sleur haar door bossen, het rulle zand van duinen en door de straten van Voordorp. Met baasje gaat het weer goed, evenals met mijn moeder Keetje.
                                                                                                                                 
                                                                  
In de oktobermaand wordt met het lintje  aandacht gevraagd voor borstkanker onder vrouwen. Misschien kunnen we voortaan 4 oktober, op dierendag ook alle hondenvrouwtjes met dat lintje eren?

Woef! JIP


Verscheen eerder in de VoordorpVooruit van september 2008


Nabericht:
Moeder Keetje is inmiddels overleden met mijn baasje gaat het nog steeds goed.

donderdag 25 oktober 2012

Help de grote vakantie breekt aan!


Nog even en de vakantietijd breekt weer aan. In veel Voordorpse huisgezinnen staan de koffers al gepakt? En wat doen ze met hun poes, hond of ander huisdier? Nemen ze die mee op vakantie, of laten ze die thuis? Ik ben wel eens een keer met baasje mee op vakantie naar Frankrijk geweest. Dat kon omdat we met een auto reisden en in een privé huis logeerden. Behalve een extra inenting hoefde baasje voor mij geen extra maatregelen te treffen. Dit jaar gaat baasje met haar kinderen vliegen naar Rome. Het hele huis ligt vol met naslagwerken.


Ik mag niet mee: ‘Veel te stressvol voor jouw Jip, om als bagage vervoert te worden in een vliegtuig en wat heb jij nu aan het Pantheon of onderaardse Catacomben?’ Nou die catacomben lijken mij wel interessant. Volgens mij kan je daar lekker graven en ik zou ook wel eens in de dierverblijven van het Colosseum willen ruiken.



 Helaas baasje is niet te vermurwen. Cherie onze poes blijft gewoon thuis. Baasje vindt dat ze het beste af is in haar eigen omgeving. Een lieve buurvrouw komt haar iedere dag eten en schoon water geven. Ze laat haar ook even naar buiten en komt ’s avonds heel gezellig een poosje bij haar in de kamer televisie kijken. Ik moet ergens anders heen, want ik kan niet lang alleen blijven. Soms logeerde ik wel eens bij een broer van baasje, maar die gaan op dezelfde tijd op vakantie en ik heb er wel eens tegen de gordijnen aan geplast. Sorry hoor! Ik wilde alleen even mijn geur uitzetten, maar nu vinden ze het niet meer zo leuk als ik kom logeren. Baasje is er ook niet blij mee, want ze wil toch graag op vakantie. 
                            


Dit jaar ga ik dus voor het eerst naar een hondenhotel. Het lijkt mij wel spannend. Ga ik toch een beetje op vakantie. Het hotel ligt ergens buiten op het platte land, ver weg van de bewoonde wereld en mensen geen last hebben van hondengeblaf. Baasje tobt er wel over hoe ze mij daar moet krijgen. Ze heeft geen auto en moet ook nog voer mee nemen, omdat ik een speciaal dieet krijg . Gelukkig is de staking van de buschauffeurs voorbij, ze kan namelijk wel in de buurt komen met het openbaar vervoer. In het hotel krijg ik een eigen kamer met mand, waar ik apart gevoerd word en kan slapen. Overdag mag ik kuilen graven en ravotten met andere honden in een buitenren. Het hotel beschikt over veel buitenverblijven, zodat ik niet met iedere hond in een buitenren hoef te spelen.


Ik ben er al helemaal klaar voor: ontvlooid, ontwormd, in de tekenshampo gezet en ingeënt onder andere een extra prik tegen kennelhoest. Die tikte hard aan, ik liep zeker een week lang flink te hoesten. Baasje maakte zich al ongerust, was bang dat ik de ziekte door de inenting juist had gekregen. Gelukkig ben ik nu weer fit en ik ga zo maar eens mijn spullen bij elkaar zoeken, wat ik zeker niet mag vergeten op mijn vakantie is mijn oude trui met vertrouwde nestgeur. Weet ik zeker dat ik weer terug kom.

 Woef! Jip

Verscheen eerder in de VoordorpVooruit van juli 2008

vrijdag 28 september 2012

Woefna



Saarlooswolfshond

September is een heerlijke maand! Ik ben blij dat het weer zover is. In de maand september gebeurt er van alles en nog wat. Dit jaar zelfs heel veel. Het is niet alleen dat alle kinderen weer naar school gaan en dus van de straat af zijn. Deze maand mag iedereen ook weer eens naar de stembus. Nou geef ik niet zo veel om politiek, nee daar laat ik me liever niet mee in, maar ik vind het wel leuk om samen met baasje mee naar het stemlokaal te gaan. Kijken naar al die benen die onder een tafel vandaan steken en hoe baasje de rode stip zet – ja ik mag mee in het hokje – en later de brief door de gleuf van de bus duwt. 
Echter het allerfijnste van september vind ik, dat we hier in Utrecht het filmfestival hebben met in de hoofdrol de Nederlandse Film. Ik ben echt dol op films!

Nu heb ik het plan opgevat om zelf een te film maken, maar baasje vindt dat geen goed idee. Ze zegt dat ze het woord film niet meer kan horen. Ze denkt dat er niets meer te filmen is, dat mensen alles al gezien hebben. Toch blijf ik bij mijn standpunt. Ik woon in een land met vrije meningsuiting en een film opent ogen. Ik wil een film maken over al die buitenlandse honden, die hier bij mij in de wijk rondlopen. Iedere dag kom ik ze tegen: Duitse Doggen, Zwitserse Sennenhonden, Italiaanse Windhonden, Mechelse Herders, Ierse Teriërs, Siberische Husky’s, Franse Buldoggen, Schotse Collies en zo kan ik nog wel een poosje doorgaan. En denk nou maar niet dat ze goed geïntegreerd zijn. Nee hoor, ieder soort heeft zijn eigen specifieke kenmerken en een eigen aanpak nodig. Ik ga ook op het hondentoilet filmen. Zal jullie met mooie close ups al die flapdrollen laten zien, die ze achterlaten op de honden uitlaatplaats. Ik weet nog niet wanneer mijn film af zal zijn, maar ik heb al wel een titel: Woefna.

Ik wil met mijn film bereiken, dat baasjes nadenken voor dat ze een hond nemen. Wat moeten we hier met al die buitenlandse honden? Ze kunnen toch ook een hond van eigen bodem nemen. De enige Nederlandse hond die ik ken is Heli, een echte Hollandse herdershond. Ze heeft een prachtig donkere vacht, is speels en intelligent. En wat te denken van de Saarlooswolfshond, de Nederlandse Schapendoes, het Kooikerhondje, het Markiesje, de Drentse Patrijshond, de Hollandse Smous of Friese Stabij? Stuk voor stuk prachtige honden, die ik graag hier in de wijk wil tegenkomen. 

Friese Stabij

 
Helaas is baasje niet te vermurwen, ze vindt me een racist. Van de Friese Stabij, zegt ze, dat we die ook aan de Spaanse overheersing hebben overgehouden: ‘ Als je een beetje verder terugzoekt dan je neus lang is Jip,’ zegt ze,’ heeft iedereen buitenlands bloed en poepen moeten we allemaal.’ Ze wil niet dat ik mijn film publiekelijk vertoon, omdat ze bang is dat ze me straks niet meer uit kan laten. 



Hollandse Smous
                            
Baasje heeft me er ook nog eens aan herinnerd dat mijn Opa ‘Foxwarren Tommy’ uit Engeland komt en ik zelf over twee paspoorten beschik. ‘En als ik nog eens een keer een hond neem,’ zegt ze, ‘ga ik gewoon voor een vuilnisbakken ras, die honden zijn sterk, vrolijk, intelligent, hebben geen kapsones en dat is beter voor de wereldvrede.’

Misschien moet ik dat idee van die film toch maar laten zitten. Alleen weet ik dan niet wat ik met mijn recht op vrije meningsuiting moet doen?

Woef! Jip


VEC op www.columnx.nl in de maand september 2012.
Verscheen eerder in de VoordorpVooruit van april 2008

donderdag 27 september 2012

Over vriendschap en kwispelen

                         

Vanuit mijn Snuffelhoek wens ik iedereen heel veel vrienden toe! Vrienden geven je zo’n speciaal gevoel. Als ik met baasje langs ‘Ons Buiten’ loop, ontmoet ik vaak - rondgereden in hun buggy of spelend in de grote zandbak op de Brink - heel jonge kinderen. Als ze mij zien of een kind, verschijnt er plotseling een brede lach op hun gezicht. Alsof ze iets van zichzelf in mij of in dat andere kind herkennen. Ze lijken er zonder meer van uit te gaan dat ik, of het kind, van dezelfde dingen houd als zijzelf: in het zand kuilen graven bijvoorbeeld, of zorgeloos rondstampen in een regenplas.

Vriendschappen kunnen heel ver gaan. Soms zelfs overstijgen ze de dood, zoals bij Oscar (een jonge hond) en zijn vriend Arthur (een oude kat). Ze sliepen altijd samen in een mand totdat Arthur stierf. Oscar miste hem zo erg, die eerste nacht, dat hij door het kattenluik kroop en Arthur weer opgroef uit de tuin. Daarna sleepte hij hem mee naar zijn mand en likte hem helemaal schoon. Zo vond zijn baasje hem ’s morgens weer samen met Arthur in zijn mandje. In China werd de vriendschap tussen een hond en een poes beloond met een jong poesje, dat verdacht veel leek op een witte poedel.

Vriendschap is het delen van liefde voor dezelfde bezigheid. Het is de herkenning dat de ander iets leuk, lekker of prettig vindt, waar jezelf ook plezier aan beleeft. De ontdekking, dat je niet de enige gek bent die het prettig vindt om in een plas rond te stampen, een kuil in het zand te graven of achter een bal aan te rennen om die daarna weer ver weg te schoppen.

Niet iedereen houdt er van om in plassen rond te stampen, kuilen te graven, in de modder rond te rollen of om als hond, met een poes je mand te delen. Niet iedereen is dus altijd een vriend, maar hoe kom je er nu achter of iemand wel of geen vriend van je is? Kleine kinderen proberen het gewoon uit. Ze stampen rond in een plas en zien aan de twinkeling in de ogen van het andere kind, dat deze het een leuk spelletje vindt. Verschijnen er geen pretlichtjes dan wordt het kind in de categorie van stomme kinderen geplaatst, waarmee de plassenstamper verder niet mee wil spelen. Honden, zoals ik, springen op vier poten tegelijk naar voren, gaan laag op de grond liggen en kwispelen met onze staart naar links. Niet naar rechts, want wetenschappers hebben ontdekt dat, we alleen naar rechts kwispelen voor onze baasjes. Zonder woorden overbruggen wij een proces waar grote mensen lang over moeten praten.

                   
 


Grote mensen maken niet gemakkelijk vrienden. Ze moeten van zichzelf ‘de ander’ eerst beter leren kennen. Ze willen eerst nagaan of die ander wel bij hen past; of die van dezelfde muziek, eten, boeken, schrijvers, hobby’s etc. houdt. Ze willen erop kunnen vertrouwen dat, die ander hen niet zal aankijken met ogen waarin grote vraagtekens verschijnen als ze vertellen van welke spelletjes, muziek, schrijvers etc. ze houden. Ja, en dan wordt het moeilijk, want je neemt niet iedereen gelijk mee naar huis. Gelukkig heeft Voordorp, net als in ‘Coronation Street’ een gezellige kroeg, waar Jeroen je graag een biertje of wijntje inschenkt en waar je, in een veilige omgeving, lang kan praten met een ander. Misschien wel met een nieuwe vriend of vriendin?


Woef! Jip




Verscheen eerder in de VoordorpVooruit van februari 2008 

Jip wordt geshowed


                                                 
                                   

 Voorbij is ‘alweer’ die mooie zomer al wacht baasje nog steeds op een paar zomerse dagen. Ik ben blij als het oktober is, want dan mogen de trouwe viervoeters weer mee naar het strand en in die maand ben ik ook jarig. Dit jaar was oktober wel heel bijzonder: baasje heeft me geshowd op de clubmatch voor Jack Russells. Doodzenuwachtig waren we allebei. De avond ervoor moest ik in bad en baasje stond uren voor haar klerenkast, omdat ze niet wist wat ze aan moest trekken. Midden in de nacht zat ze nog haar nagels te lakken, omdat ze niet wilde dat ik om die reden een minpunt zou krijgen. Het werd een heel gezellige dag helemaal met de trein naar Zutphen. ’s Avonds, doodmoe liggend in mijn mand, zag ik wel tachtig witte hondjes met zwarte en bruine vlekken over mijn netvlies trippelen en enthousiast dat ze waren. En ja, de jury vindt mij een goed hondje met prachtige bruine ogen, pientere uitdrukking en prima temperament! Zo mag ik dat graag horen, want het is niet altijd gemakkelijk om een hond te zijn. Al doe ik nog zo mijn best er zijn altijd mensen die moeten zeuren.

Storm, regen, hagelstenen, maakt niet uit als hond ga je toch naar buiten op zoek naar het hondentoilet. Voordorpers hebben wat dat betreft niets over ons te klagen. Ik werd dan ook onlangs het gezeur van een Mevrouw zo zat over al die vermeende hondenpoep op de Parkstrook, dat ik haar gesommeerd heb om mij die hopen dan eens aan te wijzen. Ze heeft samen met mij wel een half uur lopen zoeken en vond er eindelijk een paar … ja zeker, op het hondentoilet. Typisch weer iemand die zelf geen hondje heeft en dus ook niet buiten wandelt om het uit te laten. Hoe zo iemand aan het idee van die poep komt is mij een raadsel, maar het kan zijn dat het gewoon in de ogen zit.

Het allerergste echter moet nog komen en dit gaat alle Voordorpers aan, die met het openbaarvervoer reizen, ’s avonds op het station de laatste bus naar Voordorp missen en toevallig bij hun bagage een klein hondje hebben zitten. Normaal zijn ‘huisdieren’ lid van het gezin, maar als we reizen zijn wij ineens ‘ bagage’ . Geeft niet hoor, ik houd van reizen in welke hoedanigheid dan ook en zowel buschauffeurs als treinconducteurs zeggen me altijd vriendelijk gedag tot vrijdagnacht 9 november. Zeker zes taxichauffeurs op rij weigerde baasje een rit naar Voordorp omdat ze mij bij haar bagage had zitten. Terwijl ze me nog wel een prachtige jas - vanwege de kou - had aangetrokken. Die chauffeurs willen op grond van religieuze opvattingen geen honden in hun taxi. Wij zijn ‘onrein’. Ik, zo’n mooi schoon wit hondje, waar menig mens zich aan kan spiegelen ben onrein!!! Baasje vindt het ronduit discriminerend en ik ben toch wel boos. In Nederland bestaat het recht op geloofsvrijheid, maar daar mag je een ander niet mee lastig vallen en zeker niet in openbare functies, die ten dienste staan van alle burgers ongeacht hun levensopvatting.

Woef! JIP.




Verscheen eerder in de VoordorpVooruit van november 2007