donderdag 21 april 2011

Sorry!



Sorry ik heb geloof ik wat uit te leggen. Het zit zo ik ben nu zeven jaar en niet geholpen. Baasje wil dat niet. Ze denkt dat ik dan sloom en dik word. 'Ik wil niet met een rolmops aan de lijn de wijk in,' zegt ze. Ik ben dus een actieve hond en wil wel eens wat. Maar zoals ik al zei, ik loop altijd aan de lijn. Nu heb ik vriendschap gesloten met Mo. Een mooie witte poes met cyperse vlekken, die sinds een paar jaar bij ons in huis woont. We dollen samen, snuffelen aan elkaar, kruipen bij elkaar in de mand en van het een komt soms het ander. En nu - ik wist helemaal niet dat het kon - is ze bevallen van ja wat zijn het eigenlijk: poezenhondjes of hondenpoesjes! Schattig om te zien hoor! Wit met vlekken, maar ze geven kopjes en blaffen. 

Nou je snapt dat baasje wel een beetje overdonderd was: 'Jip wat heb je nu gedaan,' riep ze? Ik schaamde me dood, wist echt niet waar ik het zoeken moest. Gelukkig gaan ze wel gewoon op de kattenbak, zodat baasje niet met al die poezige hondjes de straat op hoeft.
Het schijnt wel meer voor te komen, toevallig las ik vandaag op het internet dat er begin februari een hond geboren is met typische katteneigenschappen. Alleen was dat niet helemaal spontaan gegaan. Volgens het Landelijk Informatiecentrum Gezelschapsdieren was er wat geknoeid met genen. 

Het was trouwens toch een hele rare dag vandaag. Op de TV werden homostellen in de echt verbonden om te vieren dat tien jaar geleden in Nederland het eerste homohuwelijk werd voltrokken. Trouwen wordt straks ook veel simpeler, want dat doe je dan gewoon via Twitter: Twedding gaat dat heten. Kinderen mochten zich laten tatoeëren. 
In Diergaarde Blijdorp loopt een blauw ijsbeertje rond en in de bossen tussen Hilversum en Baarn hebben ze een Fluitegel – een nieuw soort egel – gespot. In de Chinese stad Xi'an hebben ze in een 2400 jaar oude pot een dode hond gevonden en bij het uitgraven van catacomben in Egypte acht miljoen gemummificeerde honden van 2500 jaar geleden. Die beestjes werden speciaal gefokt om opgeofferd te worden aan de god Anubis, die zelf een hondenkop had en als dank voor het geluk van de mensen zou zorgen.

Je weet vandaag de dag toch niet wat je kan en moet geloven. Wat ik wel weet is dat Mo en ik niets verknoeid hebben en nu lopen er hier vijf wezentjes rond, die straks misschien identiteitsproblemen krijgen. Een geluk bij een ongeluk is dan weer dat Google een speciale translate software heeft ontwikkeld waarmee mensen met dieren kunnen praten. Handig voor baasje want als psycholoog kan ze straks onze kinderen helpen om te bepalen of ze als kat of hond door het leven willen gaan!

Woef! Jip

Verscheen eerder in de 'Voordorpvooruit' van april 2011

donderdag 7 april 2011

Jip houdt niet van hondenbelasting!

April! En hebben jullie allemaal je belastingaangifte de deur uit? In april 2006 heb ik eens een boekje over hondenbelasting open gedaan.

Melkmeisje met hondenkar wordt gecontroleerd door de veldwachter

Heeft u uw stem ook laten klinken op 7 maart tijdens de gemeenteraadsverkiezingen? Nou ik heb flink geblaft in het stemlokaal aan de Ché Guevarastraat. Ik wilde wel eens weten waarom de baasjes zoveel belasting voor ons moeten betalen, terwijl wij zo nuttig zijn voor de samenleving. Wij bevorderen de gezondheid van mensen beter dan cholesterolverlagend broodbeleg, bestrijden eenzaamheid en helpen met het veiliger maken van de wijken. Onlangs nog kregen alle hondenbezitters van de Hoeksche Waard in Dordrecht een brief waarin de politie hen vroeg om ’s avonds extra alert te zijn als ze ons uitlaten om zo het grote aantal inbraken in die wijk een halt toe te roepen. En wat krijgen we als dank? Een hondenpenning waarvoor onze baasjes €56,40 moeten betalen. Een rode dit jaar, alsof de Gemeente voorzag dat we een linkse meerderheid in de Raad zouden krijgen.
Laat u nu niet wijs maken dat die belasting nodig is om onze poep op te ruimen. Het opruimen van onze poep valt gewoon onder de ophaalplicht van de Gemeente om afval op te halen. Iedereen – ook onze baasjes - betaalt daarvoor afvalstoffenheffing ongeacht of er wel of geen afval wordt aangeboden. Als de Gemeente slim is dan wijst ze voldoende en duidelijk aangegeven poepvelden aan in onze wijk, waar ze onze afval gemakkelijk op kan halen.
Veel Gemeenten in Nederland heffen geen hondenbelasting meer. Ze vinden het een raar soort belasting die helemaal uit de tijd is. Hondenbelasting n.l. grijpt terug naar de belasting op transportmiddelen die in 18e eeuw werd ingevoerd als een belasting op de hondenkar. Naast de rijkere eigenaren van paard en wagen werden ook de armen, die met een hondenkar producten als petroleum, melk en brood langs de weg ventte belast op de wet voor transportmiddelen.
Dit verhaal verklaart ook waarom de Gemeente de geïnde belasting vrij kan besteden. Het is nooit bestemd geweest voor het opruimen van hondenpoep, maar diende om het Gemeente inkomen te vergroten. Natuurlijk heeft de Gemeente geld nodig om alle diensten die ze verricht te kunnen betalen. Belasting heffen hoort daarbij, maar op oneigenlijke gronden een bepaald deel van de bevolking een (honden) poot uit trekken vind ik niet eerlijk.
Woef! Jip

Hondenpenning Utrecht 1930

Verscheen eerder in de 'VoordorpVooruit' van april 2006

maandag 4 april 2011

Jip voert de geiten


De wijkkrant bestaat precies één jaar. Baasje is uitgenodigd op een etentje, maar dieren zijn daar ongewenst. Boe! Theo van Gogh houdt al een jaar zijn mond. Gek hoor, als je dood bent praten mensen uit jouw naam. Ineens weten ze wat jij denkt, wat je zou zeggen, wat je zou doen en vooral wat je zou willen. Ik leef al twee jaar, maar vaak hoor ik baasje zeggen: wat wil je nu? Waarom blaf je nou? Hou daar mee op! En dat is netjes uitgedrukt. Onbegrepen kruip ik in mijn mand en wacht tot ze zegt wat zij wilt.

Zo zegt ze tegenwoordig iedere morgen: ‘kom mee! , We gaan de geiten voeren.’ Op ‘Ons Buiten’ zet ze me boven op een kruiwagen met hooi, naast twee emmertjes voer. Brokken voor de geiten en graan voor de kippen. Ik moet buiten de dierenweide blijven alleen omdat ik één keer – op visite bij haar zwager - een kip heb nagezeten, die nadien aan een shock is overleden. De kip kakelde opgewonden en rende met fladderde vleugels voor me uit. Hoe kon ik nu weten dat ze niet met me wilde spelen?

Je kunt dat toch niet vergelijken met die stoute hond in onze wijk, die poesen dood bijt of ernstig verwond. Zo’n hond mag nooit meer los op straat. Stel je voor dat hij onze poes Chérìe te pakken krijgt. Dan brengt ze nooit meer levende muizen mee naar huis. Baasje is daar niet erg opgesteld, maar wij hebben samen dagenlang pret met: ‘zoek de muis!’

Baasje begrijpt niet dat een hond - dat ik - ook wel eens wat wil. B.v. wat in de laatste wijkkrant stond: een boomspiegel adopteren. Je weet wel zo’n stukje aarde met midden in een boom. Dat zou ik nu willen; mijn eigen adoptief boom met in de aarde een bordje waarop staat: Jip. Wie weet willen Maxime, Heli, Nel, Boef, Cato, Dirk, Binky, Max en andere honden uit onze wijk ook wel een boomspiegel adopteren en op natuurlijke wijze onderhouden. In het voorjaar stippelen we dan een route uit waarlangs Voordorpers onze kunstwerken kunnen bewonderen en wie weet win ik dan de prijs…
Maar ja, misschien moet ik wel wachten tot ik dood ben, voor baasje zal begrijpen wat ik wil. Dan pas geeft ze me een mooi stukje zwarte aarde in de buurt van een boom met midden in een bordje waarop in mooie letters geschreven staat: JIP.
WOEF!


Verscheen in de Voordorpvooruit in november 2005

zondag 23 januari 2011

le petit chien blanc



Het was augustus 2005 en ik mocht mee op vakantie naar Frankrijk. In september vertelde ik daarover in mijn 5e column.

Vive la France! Ja ik ben ook op vakantie geweest de afgelopen zomer. Ik
mocht met baasje mee logeren in het vakantiehuis van Maxime en haar baasje. Siempie is mijn hartsvriendin. Ze is tweemaal groter dan ik en draait met haar achterste als ze blij is. Dat doet ze dus altijd als ze mij ziet. Het vakantiehuis staat in Yonne, een streek ergens in het noorden van Bourgondië.
Denk niet dat het gemakkelijk is voor een hond om op vakantie naar Frankrijk te gaan. O nee. Je moet naar de dierenarts, krijgt extra inentingen en tabletten tegen vreemde ziektes, een speciaal paspoort en ze haken een blauwe penning aan je halsband, zodat de gendarme in een oogopslag kan zien dat je geen gevaar vormt voor de Franse hondenbevolking.
700 km reden we over eindeloze snelwegen overvol met zwaar bepakte auto’s en alleen bomen aan de horizon. Weg was de wereld met oude mensen op de stoep, winkels, huizen en kinderen op de fiets. Alsof we op een andere planeet beland waren. In twee auto’s reden we voort. Ik lag in mijn nieuwe mand op de achterbank in de voorste auto met Paul naast mij. Baasje zat in de tweede auto met haar nichtje en twee kleine kinderen. Ze hielden contact met een walkie talkie. Klonk er opeens in onze auto: ‘attentie, attentie willen jullie bij de eerste komende mogelijkheid stoppen. We hebben hier een kind dat moet plassen.’ Ik blij, kon ik mijn poten weer eens strekken.


De Fransen waren heel lief voor mij. En ik heb een nieuwe naam: le petit chien blanc, zo noemden ze mij als ik wat was gaan wandelen en ze mij weer terugbrachten bij het baasje.



Paul vond dat ik moest zwemmen in het meer en dat terwijl ik geen waterhond ben. Daarna droogde hij mij af met een nieuw badlaken, dat blauw afgaf waardoor ik op een smurf leek.


Na twee weken reisden we terug naar Nederland. Weer eindeloos op de grijze loper met af en toe een stop in een wegrestaurant. Daar heb ik de Fransen nog meer leren waarderen. Paul had iets op zijn bord gekregen dat volgens hem niet te eten was. Eerst dacht hij nog dat het bestek niet goed schoon was. Baasje bevestigde dat het naar een grote boodschap rook, maar een nieuw bestek bood geen uitkomst. Paul boos want hij had verschrikkelijke honger, maar ik was blij met het grote stuk tripe. Echt een delicatesse.Jammer dat die Fransen zover weg wonen.

Woef! Jip.

maandag 20 december 2010

Nachtsneeuw en Sneeuwpret



Baasje heeft wat beelden van het afgelopen weekend aan elkaar geplakt. Gewoon met een fotocameraatje waarmee je ook een beetje kan filmen. Ze vindt het zo leuk als iets beweegt. 'Jip moet je kijken het lijkt net of iets echt leeft': roept ze dan. Ja wat moet ik daar dan op zeggen. Dat er misschien wel beweging in zit, maar dat ik niets ruik? Baasje houdt niet van snuffelen, zoiets begrijpt ze helemaal niet.
Nog een bijzonderheid is dat Paul - haar jongste zoon die nota bene filmmaker wil worden de camera een beetje verneukt ( mag ik dat zeggen?) heeft. Hij heeft tijdens een experiment de lens van de camera p.o. in een teiltje met sop gehouden waarin hij zijn andere hand (onder water) wilde fotograferen. Het is nooit meer goed gekomen met die lens. Als je goed kijkt zie je af en toe een wollig vlekje in het filmpje. Ja dat zit dus op de lens aan de kant waar baasje niet bij kan komen.

Wat wel heel leuk is dat ik nu zo veel als ik wil kan kijken naar Maxime (mijn grote vriendin) en haar kleine stiefzusje Fify. En op het tuinenpark 'Ons Buiten' kwam ik ook nog een paar bekenden tegen.

woensdag 1 december 2010

Amerika



Het boekje heeft een harde en rode kaft. Op de voorkant staat 'Snowy' met er naast een afbeelding van Bobbie: het hondje van Kuifje. In mijn column van september 2009 heb ik al verteld dat Steven Spielberg een in 3D opgenomen film over Kuifje maakt waarin Bobbie meespeelt als een gedigitaliseerd hondje. Baasje heeft het boekje voor mij gekocht in New York. 'Hier Jip, echt iets voor jou, alles over Snowy,'zei ze. En ja ik moet toegeven Michael Far, de auteur, heeft er echt iets moois van gemaakt. En dat het helemaal uit Amerika komt en in het Engels geschreven, is natuurlijk ook bijzonder. Bobbie heet daarom 'Snowy' en Kuifje 'Tintin'. Maar eigenlijk heet Snowy of Bobbie: Milou. Ja dat staat in het boekje. Herge, de bedenker van Kuifje en Bobbie, heeft het vriendje van Tintin naar zijn allereerste vriendinnetje 'Milou' genoemd, die eigenlijk Marie-Louise heette.
Hoe moeilijk mensen het soms kunnen maken! Daar krijg je toch spraakverwarring, scheefgroei en Toren van Babel's van. Maar Marie-Louise heeft echt bestaan. In mijn boek heb ik haar foto gezien: een beeldschoon meisje!

Ja ik ben echt blij met dat boek en natuurlijk ook dat Baasje en Paul weer gezond uit Amerika zijn teruggekeerd. Baasjes oudste kind werkt sinds de zomer aan de MIT Universiteit in Cambridge. Ja dat is echt een knappert. Hij moet daar allemaal moeilijke puzzels oplossen. Zoiets als Kay in het sprookje van de Sneeuwkoningin. Adrian werd jarig en baasje vond dat ze er heen moest: 'Nooit gedacht dat ik ooit naar Amerika zou gaan, maar waar mijn kinderen gaan, ga ik ook,' riep ze!
Achteraf gezien vind ik dat ze mij mee had moeten nemen. Kuifje nam Bobbie ook altijd op zijn reizen mee en is meerdere malen door zijn hond gered.



Ik zou baasje gewaarschuwd hebben. Ik zou geroken hebben dat het fornuis op gas brandde en niet elektrisch was, toen ze die eerste morgen haar kinderen wilde verrassen met een heerlijk kopje thee en pas een kwartier later ontdekte dat Amerika ook aardgas heeft.
Wel begrijpelijk want in Amerika is veel anders. Alles is ook veel groter: de afstanden, de huizen, de wasmachine, de koelkast en ook dat fornuis. Het lijkt wel alsof erin zo'n huis voor een gezin met tien kinderen moet worden gezorgd. Alleen de WC is veel kleiner.
'De Amerikanen zitten bijkans op hun hurken met een steuntje eronder,' vertelde baasje en het water erin staat zo hoog dat ik eruit zou kunnen drinken. Niet dat ik dat zou doen als ik in Amerika was. Nee hoor! En ik zeg ook geen WC en vraag niet naar een toilet. Als je dat doet vinden ze je ordinair. In Amerika hebben ze 'restrooms' en die zijn overal. Groot schoon en helemaal gratis. Niks geen gedoe met pijn in je blaas en samengeknepen knieën op zoek naar een muntstuk van vijftigeurocent. Geen rijen wachtenden zoals hier op de NS-stations. Niets daarvan in Amerika. Alleen ruimte en rust!
Woef! Jip.


Verschijnt in de VoordorpVooruit van december 2010

dinsdag 17 augustus 2010

Dappere honden


Krijg ik de kans, heeft baasje een stoel niet goed onder de tafel geschoven, dan hup spring ik erop, leg mijn voorpoten op de rugleuning en rechtop staand op mijn achterpoten kan ik door het raam het centrum van Voordorp overzien. Baasje vindt me dan net een wijkagent en zegt dat ze een politiepet voor me zal kopen, want die past iedereen beweert ze.

Op 5 mei zag De Brink er heel anders uit. Er stond een grote witte tent en overal marktkramen. Ik blafte hard naar de wapperende vlaggen, maar baasje zei dat het goed was. Zestig jaar geleden hadden Amerikaanse en Canadese soldaten Nederland bevrijd van het Duitse Nazidom. De vrijheid was met veel bloed betaald en dat mogen we nooit vergeten.
Nou dat zal niet gauw gebeuren want iedere dag snuffel ik door straten die vernoemd zijn naar mensen die gevochten hebben voor de vrijheid. Voordorp is een bolwerk van overleden vrijheidsstrijders. Alleen hebben we nog geen monument. Het ontwerp van metershoge toortsen in rode steen die De Brink zouden markeren is door de meeste mensen afgewezen. Jammer voor baasje, want die vond het heel mooi. De mensen wilden liever een beeld dat ze konden herkennen, b.v. van Steve Biko; de strijder tegen apartheid in Zuid Afrika. Maar ja hoe gedenken we dan al die andere helden?

Ze zouden natuurlijk ook een beeld van een beroemde hond kunnen maken. Een hond in steen of brons laat nooit wat achter op een ongelegen plaats. Zelfs Boudewijn Büch, die niet van honden hield, raakte gepassioneerd door het Amerikaanse hondje Shep dat van 1936 tot 1942 leefde op het station Fort Benton in de staat Montana en daar een eigen standbeeld kreeg.



In veel Amerikaanse en Britse musea zag hij hondenhelden, opgezet of als standbeeld. Meestal speur- en berichtenhonden, postuum vereerd, nadat ze het leven in een oorlog gelaten hadden. In Londen staat een monument voor alle heldhaftige dieren uit alle oorlogen en de Britten kennen de ‘Dickin Medal’ een onderscheiding vergelijkbaar met het Victoria Cross voor de hoogste militaire eer.

Reddingshonden zoeken mensen in puinhopen na een aardbeving en wat te denken van die zwerfhond in Kenia die onlangs dwars door het drukke verkeer heen, met een vondeling in een plastic tas aan kwam sjouwen. Zo’n schat verdient een standbeeld met de baby in haar bek als symbool van leven en vrijheid in strijd tegen de wegwerpmaatschappij.

Woef! JIP


Verscheen eerder in de Voordorp Vooruit van juni 2005