donderdag 27 september 2012

Over vriendschap en kwispelen

                         

Vanuit mijn Snuffelhoek wens ik iedereen heel veel vrienden toe! Vrienden geven je zo’n speciaal gevoel. Als ik met baasje langs ‘Ons Buiten’ loop, ontmoet ik vaak - rondgereden in hun buggy of spelend in de grote zandbak op de Brink - heel jonge kinderen. Als ze mij zien of een kind, verschijnt er plotseling een brede lach op hun gezicht. Alsof ze iets van zichzelf in mij of in dat andere kind herkennen. Ze lijken er zonder meer van uit te gaan dat ik, of het kind, van dezelfde dingen houd als zijzelf: in het zand kuilen graven bijvoorbeeld, of zorgeloos rondstampen in een regenplas.

Vriendschappen kunnen heel ver gaan. Soms zelfs overstijgen ze de dood, zoals bij Oscar (een jonge hond) en zijn vriend Arthur (een oude kat). Ze sliepen altijd samen in een mand totdat Arthur stierf. Oscar miste hem zo erg, die eerste nacht, dat hij door het kattenluik kroop en Arthur weer opgroef uit de tuin. Daarna sleepte hij hem mee naar zijn mand en likte hem helemaal schoon. Zo vond zijn baasje hem ’s morgens weer samen met Arthur in zijn mandje. In China werd de vriendschap tussen een hond en een poes beloond met een jong poesje, dat verdacht veel leek op een witte poedel.

Vriendschap is het delen van liefde voor dezelfde bezigheid. Het is de herkenning dat de ander iets leuk, lekker of prettig vindt, waar jezelf ook plezier aan beleeft. De ontdekking, dat je niet de enige gek bent die het prettig vindt om in een plas rond te stampen, een kuil in het zand te graven of achter een bal aan te rennen om die daarna weer ver weg te schoppen.

Niet iedereen houdt er van om in plassen rond te stampen, kuilen te graven, in de modder rond te rollen of om als hond, met een poes je mand te delen. Niet iedereen is dus altijd een vriend, maar hoe kom je er nu achter of iemand wel of geen vriend van je is? Kleine kinderen proberen het gewoon uit. Ze stampen rond in een plas en zien aan de twinkeling in de ogen van het andere kind, dat deze het een leuk spelletje vindt. Verschijnen er geen pretlichtjes dan wordt het kind in de categorie van stomme kinderen geplaatst, waarmee de plassenstamper verder niet mee wil spelen. Honden, zoals ik, springen op vier poten tegelijk naar voren, gaan laag op de grond liggen en kwispelen met onze staart naar links. Niet naar rechts, want wetenschappers hebben ontdekt dat, we alleen naar rechts kwispelen voor onze baasjes. Zonder woorden overbruggen wij een proces waar grote mensen lang over moeten praten.

                   
 


Grote mensen maken niet gemakkelijk vrienden. Ze moeten van zichzelf ‘de ander’ eerst beter leren kennen. Ze willen eerst nagaan of die ander wel bij hen past; of die van dezelfde muziek, eten, boeken, schrijvers, hobby’s etc. houdt. Ze willen erop kunnen vertrouwen dat, die ander hen niet zal aankijken met ogen waarin grote vraagtekens verschijnen als ze vertellen van welke spelletjes, muziek, schrijvers etc. ze houden. Ja, en dan wordt het moeilijk, want je neemt niet iedereen gelijk mee naar huis. Gelukkig heeft Voordorp, net als in ‘Coronation Street’ een gezellige kroeg, waar Jeroen je graag een biertje of wijntje inschenkt en waar je, in een veilige omgeving, lang kan praten met een ander. Misschien wel met een nieuwe vriend of vriendin?


Woef! Jip




Verscheen eerder in de VoordorpVooruit van februari 2008 

Jip wordt geshowed


                                                 
                                   

 Voorbij is ‘alweer’ die mooie zomer al wacht baasje nog steeds op een paar zomerse dagen. Ik ben blij als het oktober is, want dan mogen de trouwe viervoeters weer mee naar het strand en in die maand ben ik ook jarig. Dit jaar was oktober wel heel bijzonder: baasje heeft me geshowd op de clubmatch voor Jack Russells. Doodzenuwachtig waren we allebei. De avond ervoor moest ik in bad en baasje stond uren voor haar klerenkast, omdat ze niet wist wat ze aan moest trekken. Midden in de nacht zat ze nog haar nagels te lakken, omdat ze niet wilde dat ik om die reden een minpunt zou krijgen. Het werd een heel gezellige dag helemaal met de trein naar Zutphen. ’s Avonds, doodmoe liggend in mijn mand, zag ik wel tachtig witte hondjes met zwarte en bruine vlekken over mijn netvlies trippelen en enthousiast dat ze waren. En ja, de jury vindt mij een goed hondje met prachtige bruine ogen, pientere uitdrukking en prima temperament! Zo mag ik dat graag horen, want het is niet altijd gemakkelijk om een hond te zijn. Al doe ik nog zo mijn best er zijn altijd mensen die moeten zeuren.

Storm, regen, hagelstenen, maakt niet uit als hond ga je toch naar buiten op zoek naar het hondentoilet. Voordorpers hebben wat dat betreft niets over ons te klagen. Ik werd dan ook onlangs het gezeur van een Mevrouw zo zat over al die vermeende hondenpoep op de Parkstrook, dat ik haar gesommeerd heb om mij die hopen dan eens aan te wijzen. Ze heeft samen met mij wel een half uur lopen zoeken en vond er eindelijk een paar … ja zeker, op het hondentoilet. Typisch weer iemand die zelf geen hondje heeft en dus ook niet buiten wandelt om het uit te laten. Hoe zo iemand aan het idee van die poep komt is mij een raadsel, maar het kan zijn dat het gewoon in de ogen zit.

Het allerergste echter moet nog komen en dit gaat alle Voordorpers aan, die met het openbaarvervoer reizen, ’s avonds op het station de laatste bus naar Voordorp missen en toevallig bij hun bagage een klein hondje hebben zitten. Normaal zijn ‘huisdieren’ lid van het gezin, maar als we reizen zijn wij ineens ‘ bagage’ . Geeft niet hoor, ik houd van reizen in welke hoedanigheid dan ook en zowel buschauffeurs als treinconducteurs zeggen me altijd vriendelijk gedag tot vrijdagnacht 9 november. Zeker zes taxichauffeurs op rij weigerde baasje een rit naar Voordorp omdat ze mij bij haar bagage had zitten. Terwijl ze me nog wel een prachtige jas - vanwege de kou - had aangetrokken. Die chauffeurs willen op grond van religieuze opvattingen geen honden in hun taxi. Wij zijn ‘onrein’. Ik, zo’n mooi schoon wit hondje, waar menig mens zich aan kan spiegelen ben onrein!!! Baasje vindt het ronduit discriminerend en ik ben toch wel boos. In Nederland bestaat het recht op geloofsvrijheid, maar daar mag je een ander niet mee lastig vallen en zeker niet in openbare functies, die ten dienste staan van alle burgers ongeacht hun levensopvatting.

Woef! JIP.




Verscheen eerder in de VoordorpVooruit van november 2007



dinsdag 31 juli 2012

Zonder hond geen Homo Sapiëns

Foto © Ellen Meijer  rotstekening Fossum  "in samenwerking met Tanums Hällristningsmuseum Underslös "


Er was eens.... lang geleden! Wat zeg ik? Heel lang geleden, meer dan 35.000 jaren terug dat er in Europa twee soorten mensen leefden. De Neanderthalers en de moderne mens waar mijn baasje van afstamt. De Neanderthalers bevolkten Europa al zo'n 250.000 jaar.


Het waren sterke mensen met een grote schedel en een flink gewicht aan hersens, waarvan verondersteld wordt dat ze toch enige intelligentie bezaten. Het waren echte vleeseters en jaagden op vooral grote dieren zoals mammoeten, wolharige neushoorns en rendieren. Ze leefden in groepen en er is geen reden om aan te nemen dat ze niet met elkaar zouden kunnen praten. Er werden niet erg veel nakomelingen geboren. Vrouwen baarden slechts eenmaal in de vier jaar een kind. 

 De Homo Sapiens, die zich vanuit het Midden-Oosten over Europa begonnen te verspreiden, kregen daarentegen veel meer kinderen. En die moesten natuurlijk allemaal gevoed worden. Nu hadden die moderne mensen wel minder hersens, maar ze waren toch niet echt dom. Hoe een en ander precies in zijn werk gegaan is, daar over spreken de geleerden elkaar nog tegen, maar feit is dat die aardige Neanderthaler mensen zo'n tienduizend jaar, nadat de moderne mens voet op Europese bodem heeft gezet, gewoonweg zijn uitgestorven. 
Natuurlijk vind ik dat erg zielig voor die mensen, maar ja het was wel een tijd waarin de wet van Darwin 'de sterkste overwint' nog helemaal waar was.


Spaanse molosser (18e eeuw) soort dog voorouder van de Mastiff 
Alleen, en daar ben ik best een beetje trots op, die Homo Sapiens waren alleen sterker dan de Neanderthalers omdat ze vriendschap met ons honden hadden gesloten!


Pat Shipman, een antropoloog, bestudeerde fossielen van hondenbotten uit de tijd dat mens en Neanderthaler samen op aarde leefden. Hij ontdekte dat de mens in die tijd al heel veel van ons hield. Ze droegen juwelen waarin ze tanden van ons hadden verwerkt en er werd niet op ons gejaagd. Dat leidde hij af van het feit dat er geen tekeningen van ons op rotsen te vinden waren.


Mijn voorvaderen in die tijd waren groot en sterk en hielpen de mensen met de jacht en het zware werk. Ze sleepten de buit voor hen naar huis. Bewaakten hun erven, vrouwen en kinderen! 


Zo kwam Jan Splinter door die ijzige winter. Hielden mensen genoeg tijd en energie over om nakomelingen te krijgen en te voeden. Wij waren dus een soort werktuig voor mensen. Als tegenprestatie kregen we eten en mochten we bij de mens in huis wonen en zelfs op hun bed slapen.
En daar bleef het niet bij. Volgens Pat hebben wij ook de communicatie van mensen beïnvloed. Wij hebben als enig diersoort net als mensen oogwit en volgen de blik van iemand anders. Mensen hebben van ons afgekeken om op non-verbale signalen te letten en dat kan soms het verschil uitmaken tussen overleven of uitsterven. Pat Shipman beweert dat de moderne mens de Neanderthaler overleefd heeft dankzij ons: de hond! 


Dus willen jullie a.u.b. voortaan niet meer zeuren als ik eens een keertje blaf. Want ik wil dan gewoon met jullie communiceren. Een praatje maken met mijn vrienden: de mens! 
Woef! Jip


Verscheen eerder in de VoordorpVooruit van juni 2012

donderdag 21 juni 2012

Burgemeester Jip




Sinds een paar jaar mogen Utrechtenaren zelf hun burgemeester kiezen. Om de mensen een beetje te helpen, stelt een vertrouwenscommissie twee kandidaten voor, waartussen de stemgerechtigden mogen kiezen. Zoiets als kiezen tussen zwart en wit. Burgemeester zijn, is geen gemakkelijke taak: het is meer een hondenbaan. In één week tachtig uur werken, altijd alert zijn, iedereen bij elkaar houden, rondwandelen in stadswijken en goed in de gaten hebben ‘wat voor vlees er in de kuip zit’. Echt hondenwerk en zoals u kan zien ben ik helemaal wit. Ik zou dus een prima kandidaat zijn om op te stemmen.

Als burgemeester Jip zou ik een aantal gemeenteverordeningen wijzigen. Zo moet er een einde komen aan de discriminerende maatregelen tegen alle mensen, die een hond liefdevol als lid in hun gezin hebben opgenomen. Vaak zelfs - om de gemeente te helpen - afkomstig uit een dierenasiel. Maatregelen die gezinnen in twee kampen verdelen en er de oorzaak van zijn dat veel honden in de vakantietijd op straat belanden en uiteindelijk weer in het asiel. Oorzaak: deze gezinnen zijn bijna nergens welkom.

Willen ze zich met het hele gezin ergens verpozen, bv. bij een recreatieplas met door de gemeente mooi aangelegde strandjes, betaald van het belastinggeld van alle inwoners, lopen deze gezinnen op tegen bordjes: verboden voor honden. Daar staan ze dan. De kinderen hunkeren naar het water, naar het zand met uitdagende attracties, maar de hond mag er niet op? Het overkwam ons gezin verleden zomer.
Ik mocht van baasje eerst uitgebreid tegen de paal met het bordje aan plassen, maar daarna heeft ze me achtergelaten op een door zon verhitte parkeerplaats. In de auto, weliswaar met raampjes op een kier en een bakje water, maar toch!
  Als ik burgemeester ben, dan verander ik alle bordjes met ‘Verboden voor honden’ in bordjes met het vriendelijke verzoek om elkaar geen onnodige overlast te bezorgen en eigen afval o.a. hondenpoep op te ruimen. Ik weet zeker, dat er dan veel minder honden in het dierenasiel terecht komen. Geen verontwaardigde koppen meer in de krant over achtergelaten dieren. Het betekent ook dat veel minder honden met een rugzakje op verder moeten leven. Zoals mijn nieuwe vriendje ‘Happy’. Zijn baasje heeft hem die naam gegeven, omdat hij zo blij was dat hij uit het asiel weg mocht. Alleen durft Happy niet meer uit een auto als hij daar eenmaal in zit en volgt hij zijn baasje dicht op de voet, bang om hem kwijt te raken.

En 4 oktober: dag van de dieren. Wil ik graag uitroepen, als dag tegen het discrimineren van dieren en van de mensen, die het hele jaar voor hun dieren willen zorgen, ook tijdens de vakanties.

Woef! Jip

Verscheen eerder in de VoordorpVooruit van september 2007 

dinsdag 29 mei 2012

Over badhuizen en wasstraten


                                     

Baasje is verdrietig. Ze hangt in haar stoel voor de TV. ‘Ik wil niet in een wasstraat,’ jammert ze. ‘Ik wil niet met al die andere babyboomers in mijn blootje op een lopende band door zo’n tunnel met ronddraaiende borstels, die me insoppen zonder er op te letten of er zeep in mijn ogen komt en afgespoeld worden door sproeiers waarin legionellabacteriën huizen.’
Baasje heeft het altijd al gezegd: economen horen niet thuis in de gezondheidszorg, daar krijg je narigheid van. Laat ze lekker in een bank centen tellen en daar gelukkig zijn, maar laat ze alstublieft geen beleid uitstippelen voor hulpbehoevende mensen waar ze geld aan moeten verdienen. Ze mag straks blij zijn als ze uit die wasstraat te voorschijn komt en allebei haar nieren nog heeft, want Jip, zegt ze: donororganen zijn een schaarste product, oude mensen niet.
Ik heb echt met baasje te doen en begrijp niets van die economen. Een bevolking van bijna 16,5 miljoen en geen mens meer om een ander een beetje te helpen. Hoe hebben ze dat in godsnaam voor elkaar gekregen? In de jaren vijftig was dat, volgens baasje, heel anders en toen telde Nederland maar 10 miljoen inwoners. In die tijd waren er ook nog badhuizen waar hele gezinnen onder de douche stonden te zingen terwijl ze elkaar wasten en ruggen droog wreven.


In het badhuis aan het Willem van Noortplein komt nu een restaurant met Arabische sfeer. Nu hou ik wel van lekker eten hoor, maar waarom geen Hammam erbij waar alle oudere mensen uit Noordoost een keer in de week door medewerkers worden overgoten met bekkens warm water, gescrubd met zachte zeep en daarna heerlijk uit mogen rusten op een warme buiksteen? De bibliotheek moeten ze daar ook houden, dan wordt het weer net zoals bij de oude Grieken vijf eeuwen voor Christus. Die oude Grieken bouwden tempels opgedragen aan hun God van genezing ‘Asklepios’, daar verpleegden ze hun zieken. Eromheen bouwden ze gasthuizen, hospitalen, badhuizen, gymnastiekscholen en bibliotheken. Hun zorg betrof de totale mens met aandacht voor beweging, frisse lucht, lichaamsverzorging, hygiëne, afleiding en ontspanning.



Dat is heel wat anders dan een ‘wasstraat’ en weten jullie wel dat er ook wasstraten voor honden zijn? Gelukkig wil baasje niet dat ik daar in ga en ik wil niet dat baasje in een wasstraat gaat. Als het zover is zal ik persoonlijk de verzorging op mij nemen. Mijn tong is fluweelzacht, warm en behendig en ik kan er ieder moeilijk bereikbaar plekje mee reinigen. 

Woef! Jip  

Verscheen eerder in de VoordorpVooruit van juni 2007

dinsdag 8 mei 2012

Busje komt zo!




Ik wil het deze keer eens hebben over het openbaar vervoer. Over de plannen die er liggen en die de stad Utrecht – en ook de wijk Voordorp op stelten zetten. Baasje – niet meer de jongste – hoorde het op haar sportclub: Lijn 5 verdwijnt uit Voordorp! Ze wilde het eerst niet geloven, vooral omdat vorig jaar nog alle instaphaltes zijn verhoogd. Het is vast een 1-aprilgrap herhaalde ze steeds. Maar nee hoor die plannen zijn echt. In december 2012 verdwijnt buslijn 5.
Baasje zei tegen mij: 'Jip hoe moeten we straks als het fietsen te moeilijk wordt aan eten komen? Er is hier niet één buurtwinkel! Iedere dag een kwartier heen en terug naar de Gaard lopen is een hele afstand en wat als er sneeuw ligt of het geijzeld heeft? En ik ben niet de enige. Er wonen hier heel veel ouderen die geen auto rijden.'
Eerlijk gezegd vond ik het wel een aantrekkelijk plan. Iedere dag een flink stuk wandelen! Ik ben dol op de Gaard vooral op de dierenwinkel met al die lekkere koekies. Desnoods koopt baasje voor mij een rugzakje en help ik met het dragen van de boodschappen.


Taxi's bieden ook geen uitkomst: 'Veel te duur! En die chauffeurs vandaag de dag weigeren honden mee te nemen. Zelfs hulphonden laten ze staan, dus hoeft baasje zeker niet aan te komen met een gezelschapshond zoals ik. Ook niet als ik een rugzak met boodschappen draag.'

Baasje bedacht dat ze, net als haar vriendin Loekie,   zo'n gemotoriseerde fiets aan moest schaffen!


O jee ik zag me al zitten in de mand voor op de fiets met wapperende oren in de volle wind! Gelukkig hebben haar kinderen dit plan sterk ontraden: ' Als het glad en koud is kan u daar ook niet mee de weg op. Ma je blijft maar gewoon fietsen hoor! Flink trappen is goed voor uw conditie!' Zeiden ze tegen haar.

Nou jullie horen zeker wel wat het verdwijnen van buslijn 5 alleen in ons huis al teweeg heeft gebracht! Kan je je de beroering elders in de stad voorstellen? De berichtgeving in Ons Utrecht en op DNU over de plannen met het Utrechtse buslijnennet leverde tientallen voornamelijk boze reacties op.
Ik ben me er dus ook maar eens in gaan verdiepen, want eerlijk is eerlijk ik reis graag met het openbaar vervoer en ik mag behalve in taxi's ook altijd overal in. Niks mis mee! Maar dan moeten ze natuurlijk wel rijden. Want een wijk zonder buslijnen is zoiets als een poot zonder bloedvaten. Dat kan natuurlijk niet dan sterft die wijk gewoon af.

Gelukkig bleek alles bij nader inzien toch nog mee te vallen. De redactie van Ons Utrecht had vergeten te vertellen dat lijn 8 via de Gaard naar het eindpunt in Voordorp gaat rijden. Dus niet meer naar Overvecht. Daar hebben ze weer andere buslijnen ingezet. Het ziet er wat ingewikkeld uit, maar dat komt door de optimalisering. Enfin voorlopig hoeft baasje zich geen zorgen te maken. We kunnen straks gewoon – allebei met een rugzak – naar De Gaard om onze dagelijkse boodschappen te doen.
Woef! Jip

Verscheen eerder in de VoordorpVooruit van april 2012

dinsdag 17 april 2012

Vrijdag de dertiende

Verleden week was het weer zo! De dertiende dag van de maand viel op een vrijdag. Ik hoop dat jullie deze dag zonder kleerscheuren hebben overleefd. In 2007 schreef ik er al eens column over.

Dit ben ik in april 2010
  
Dit is mijn 13e Snuffelhoek en baasje moet het niet in haar hoofd halen om deze wijkkrant op vrijdag rond te brengen. Ik moet haar altijd helpen en loop straat in, straat uit, pad op, pad af en kijk toe als zij de een na de andere brievenbus opent en weer sluit. Sommige brievenbussen klemmen, anderen hebben een mond vol borstelige haren en dikwijls is het moeilijk om het krantje zonder kreukels naar binnen te duwen. Baasjes hand vertoont na afloop altijd blauwe plekken. ‘Gelukkig dat ik geen postbode ben,’ zegt ze dan: ‘ik zat zo in de WAO.’

Vrijdag en dertien, leert de historie, is een gevaarlijke combinatie. Op zo’n dag nummer dertien van je krantje bezorgen is de goden verzoeken om een ongeluk. Het kan mij of baasje treffen, maar zeker ook de mensen die dit nummer op vrijdag uit hun brievenbus halen. Misschien is er ’s nachts een slang in hun brievenbus gekropen en als ze die dan openen, nou dan weet je het wel. 

Ringslang

Laatst nog, tijdens een lange wandeling met baasje, zag ik een paar meter voor me op het pad een slang. Hij droeg zijn kop hoog in de lucht en kronkelde, luidt sissend, het kreupelhout in. Baasje lijnde me direct aan, bang dat ik net als mijn grootvader aangevallen zou worden door een brown snake. Gelukkig bleek het om een onschuldige ringslang te gaan.

Foxwarren Tommy, mijn grootvader 
   
Mijn 
opa, Foxwarren Tommy overleefde meerdere malen een aanval van een brown snake tijdens zijn verblijf in Australië. Oorspronkelijk komt mijn opa uit Engeland. Ik ben dus een tweede generatie allochtoon. Tommy is een beroemde Jack Russell, die vanwege zijn schoonheid veel prijzen won en goed in de markt lag bij de meisjes. Gevolg, hij kreeg veel kinderen waar van mijn vader: Joep van ’T Roosenbos, er één is. 

Dit is mijn vader Joep van 't Roosenbos



Op dit moment woont mijn opa weer in Nederland en is ondanks zijn veertien jaar goed gezond. Opa kan alleen vanwege lichte rugklachten niet meer op een stoel springen en snel iets van tafel gappen. Gelukkig ben ik daar nog heel rap in en baasje weet nu ook van wie ik dat heb. Ik zal aan de redactie vragen of ze een fotootje van mijn opa willen plaatsen. Ik ben echt heel trots op hem en op mijn buitenlandse afkomst. Ik heb dan ook twee paspoorten: een Nederlands en een Europees paspoort en nu niet gaan zeuren dat ik moet kiezen, want je weet maar nooit of ik op een vrijdag de dertiende zo’n tweede paspoort nog eens nodig heb! 

Woef! JiP


Verscheen eerder in de VoordorpVooruit van maart 2007