Het gebeurde op een zomerse dag die doodgewoon begon. Vanwege het mooie weer had Mo besloten om die dag de wijk in te gaan. Ze verlaat ons complex via de brandtrap en vermaakt zich in de buurt met spinnetjes en torretjes. Baasje had ’s avonds een eetafspraak bij een vriendin. Ze liet mij tegen zes uur uit en Mo liep met ons mee terug naar huis. Ze durfde echter niet langs de buurvrouw die boven aan de brandtrap nog wat van de zon genoot en bleef achter op het parkeerterrein.
Toen Baasje ’s avonds laat thuiskwam zat Mo, tegen haar gewoonte in, niet voor het slaapkamerraam op haar te wachten. Juist toen ze mij uit wilde laten en bedacht had tegelijkertijd naar Mo te zoeken, werd er op de deur geklopt.
Er lag een poes beneden, weggekropen achter een fiets in de poort onder de flat. Ze kon niet lopen, jankte en was niet benaderbaar. Een bovenbuurman dacht dat het een van onze poezen was. Baasje vloog naar beneden en kwam even later terug met een jammerende Mo in haar armen. Ze kon niet lopen en had veel pijn.
De andere morgen vroeg is Mo door baasje samen met Paul naar de DierenDokters gebracht. Ze hebben haar de hele dag gehouden en onderzocht. Niemand weet wat er gebeurd is met haar, maar alle banden die haar kniegewrichten van de achterpoten bij elkaar moeten houden waren afgescheurd en kapot.
Maar dat is dan weer het goede van iets naars. Dan blijkt er zo iets te bestaan als een Dierenoppas Utrecht, een paar leuke meiden, die behalve op een dier passen ook baasjes met vervoersproblemen helpen. Ze thuis ophalen en naar de kliniek brengen voor een redelijke vergoeding.
Wij zijn deze hele zomer aan huis gebonden omdat Mo minstens zes weken benchrust heeft gekregen. Inmiddels maakt ze voorzichtig weer wat stapjes, maar of ze helemaal de oude zal worden en met mij meelopen als ik uitgelaten word. Haar staart als een wapperende vlag recht omhoog? Ja dat is afwachten, maar gelukkig is mijn grote vriendin Mo er nog!