donderdag 21 juni 2012

Burgemeester Jip




Sinds een paar jaar mogen Utrechtenaren zelf hun burgemeester kiezen. Om de mensen een beetje te helpen, stelt een vertrouwenscommissie twee kandidaten voor, waartussen de stemgerechtigden mogen kiezen. Zoiets als kiezen tussen zwart en wit. Burgemeester zijn, is geen gemakkelijke taak: het is meer een hondenbaan. In één week tachtig uur werken, altijd alert zijn, iedereen bij elkaar houden, rondwandelen in stadswijken en goed in de gaten hebben ‘wat voor vlees er in de kuip zit’. Echt hondenwerk en zoals u kan zien ben ik helemaal wit. Ik zou dus een prima kandidaat zijn om op te stemmen.

Als burgemeester Jip zou ik een aantal gemeenteverordeningen wijzigen. Zo moet er een einde komen aan de discriminerende maatregelen tegen alle mensen, die een hond liefdevol als lid in hun gezin hebben opgenomen. Vaak zelfs - om de gemeente te helpen - afkomstig uit een dierenasiel. Maatregelen die gezinnen in twee kampen verdelen en er de oorzaak van zijn dat veel honden in de vakantietijd op straat belanden en uiteindelijk weer in het asiel. Oorzaak: deze gezinnen zijn bijna nergens welkom.

Willen ze zich met het hele gezin ergens verpozen, bv. bij een recreatieplas met door de gemeente mooi aangelegde strandjes, betaald van het belastinggeld van alle inwoners, lopen deze gezinnen op tegen bordjes: verboden voor honden. Daar staan ze dan. De kinderen hunkeren naar het water, naar het zand met uitdagende attracties, maar de hond mag er niet op? Het overkwam ons gezin verleden zomer.
Ik mocht van baasje eerst uitgebreid tegen de paal met het bordje aan plassen, maar daarna heeft ze me achtergelaten op een door zon verhitte parkeerplaats. In de auto, weliswaar met raampjes op een kier en een bakje water, maar toch!
  Als ik burgemeester ben, dan verander ik alle bordjes met ‘Verboden voor honden’ in bordjes met het vriendelijke verzoek om elkaar geen onnodige overlast te bezorgen en eigen afval o.a. hondenpoep op te ruimen. Ik weet zeker, dat er dan veel minder honden in het dierenasiel terecht komen. Geen verontwaardigde koppen meer in de krant over achtergelaten dieren. Het betekent ook dat veel minder honden met een rugzakje op verder moeten leven. Zoals mijn nieuwe vriendje ‘Happy’. Zijn baasje heeft hem die naam gegeven, omdat hij zo blij was dat hij uit het asiel weg mocht. Alleen durft Happy niet meer uit een auto als hij daar eenmaal in zit en volgt hij zijn baasje dicht op de voet, bang om hem kwijt te raken.

En 4 oktober: dag van de dieren. Wil ik graag uitroepen, als dag tegen het discrimineren van dieren en van de mensen, die het hele jaar voor hun dieren willen zorgen, ook tijdens de vakanties.

Woef! Jip

Verscheen eerder in de VoordorpVooruit van september 2007 

dinsdag 29 mei 2012

Over badhuizen en wasstraten


                                     

Baasje is verdrietig. Ze hangt in haar stoel voor de TV. ‘Ik wil niet in een wasstraat,’ jammert ze. ‘Ik wil niet met al die andere babyboomers in mijn blootje op een lopende band door zo’n tunnel met ronddraaiende borstels, die me insoppen zonder er op te letten of er zeep in mijn ogen komt en afgespoeld worden door sproeiers waarin legionellabacteriën huizen.’
Baasje heeft het altijd al gezegd: economen horen niet thuis in de gezondheidszorg, daar krijg je narigheid van. Laat ze lekker in een bank centen tellen en daar gelukkig zijn, maar laat ze alstublieft geen beleid uitstippelen voor hulpbehoevende mensen waar ze geld aan moeten verdienen. Ze mag straks blij zijn als ze uit die wasstraat te voorschijn komt en allebei haar nieren nog heeft, want Jip, zegt ze: donororganen zijn een schaarste product, oude mensen niet.
Ik heb echt met baasje te doen en begrijp niets van die economen. Een bevolking van bijna 16,5 miljoen en geen mens meer om een ander een beetje te helpen. Hoe hebben ze dat in godsnaam voor elkaar gekregen? In de jaren vijftig was dat, volgens baasje, heel anders en toen telde Nederland maar 10 miljoen inwoners. In die tijd waren er ook nog badhuizen waar hele gezinnen onder de douche stonden te zingen terwijl ze elkaar wasten en ruggen droog wreven.


In het badhuis aan het Willem van Noortplein komt nu een restaurant met Arabische sfeer. Nu hou ik wel van lekker eten hoor, maar waarom geen Hammam erbij waar alle oudere mensen uit Noordoost een keer in de week door medewerkers worden overgoten met bekkens warm water, gescrubd met zachte zeep en daarna heerlijk uit mogen rusten op een warme buiksteen? De bibliotheek moeten ze daar ook houden, dan wordt het weer net zoals bij de oude Grieken vijf eeuwen voor Christus. Die oude Grieken bouwden tempels opgedragen aan hun God van genezing ‘Asklepios’, daar verpleegden ze hun zieken. Eromheen bouwden ze gasthuizen, hospitalen, badhuizen, gymnastiekscholen en bibliotheken. Hun zorg betrof de totale mens met aandacht voor beweging, frisse lucht, lichaamsverzorging, hygiëne, afleiding en ontspanning.



Dat is heel wat anders dan een ‘wasstraat’ en weten jullie wel dat er ook wasstraten voor honden zijn? Gelukkig wil baasje niet dat ik daar in ga en ik wil niet dat baasje in een wasstraat gaat. Als het zover is zal ik persoonlijk de verzorging op mij nemen. Mijn tong is fluweelzacht, warm en behendig en ik kan er ieder moeilijk bereikbaar plekje mee reinigen. 

Woef! Jip  

Verscheen eerder in de VoordorpVooruit van juni 2007

dinsdag 8 mei 2012

Busje komt zo!




Ik wil het deze keer eens hebben over het openbaar vervoer. Over de plannen die er liggen en die de stad Utrecht – en ook de wijk Voordorp op stelten zetten. Baasje – niet meer de jongste – hoorde het op haar sportclub: Lijn 5 verdwijnt uit Voordorp! Ze wilde het eerst niet geloven, vooral omdat vorig jaar nog alle instaphaltes zijn verhoogd. Het is vast een 1-aprilgrap herhaalde ze steeds. Maar nee hoor die plannen zijn echt. In december 2012 verdwijnt buslijn 5.
Baasje zei tegen mij: 'Jip hoe moeten we straks als het fietsen te moeilijk wordt aan eten komen? Er is hier niet één buurtwinkel! Iedere dag een kwartier heen en terug naar de Gaard lopen is een hele afstand en wat als er sneeuw ligt of het geijzeld heeft? En ik ben niet de enige. Er wonen hier heel veel ouderen die geen auto rijden.'
Eerlijk gezegd vond ik het wel een aantrekkelijk plan. Iedere dag een flink stuk wandelen! Ik ben dol op de Gaard vooral op de dierenwinkel met al die lekkere koekies. Desnoods koopt baasje voor mij een rugzakje en help ik met het dragen van de boodschappen.


Taxi's bieden ook geen uitkomst: 'Veel te duur! En die chauffeurs vandaag de dag weigeren honden mee te nemen. Zelfs hulphonden laten ze staan, dus hoeft baasje zeker niet aan te komen met een gezelschapshond zoals ik. Ook niet als ik een rugzak met boodschappen draag.'

Baasje bedacht dat ze, net als haar vriendin Loekie,   zo'n gemotoriseerde fiets aan moest schaffen!


O jee ik zag me al zitten in de mand voor op de fiets met wapperende oren in de volle wind! Gelukkig hebben haar kinderen dit plan sterk ontraden: ' Als het glad en koud is kan u daar ook niet mee de weg op. Ma je blijft maar gewoon fietsen hoor! Flink trappen is goed voor uw conditie!' Zeiden ze tegen haar.

Nou jullie horen zeker wel wat het verdwijnen van buslijn 5 alleen in ons huis al teweeg heeft gebracht! Kan je je de beroering elders in de stad voorstellen? De berichtgeving in Ons Utrecht en op DNU over de plannen met het Utrechtse buslijnennet leverde tientallen voornamelijk boze reacties op.
Ik ben me er dus ook maar eens in gaan verdiepen, want eerlijk is eerlijk ik reis graag met het openbaar vervoer en ik mag behalve in taxi's ook altijd overal in. Niks mis mee! Maar dan moeten ze natuurlijk wel rijden. Want een wijk zonder buslijnen is zoiets als een poot zonder bloedvaten. Dat kan natuurlijk niet dan sterft die wijk gewoon af.

Gelukkig bleek alles bij nader inzien toch nog mee te vallen. De redactie van Ons Utrecht had vergeten te vertellen dat lijn 8 via de Gaard naar het eindpunt in Voordorp gaat rijden. Dus niet meer naar Overvecht. Daar hebben ze weer andere buslijnen ingezet. Het ziet er wat ingewikkeld uit, maar dat komt door de optimalisering. Enfin voorlopig hoeft baasje zich geen zorgen te maken. We kunnen straks gewoon – allebei met een rugzak – naar De Gaard om onze dagelijkse boodschappen te doen.
Woef! Jip

Verscheen eerder in de VoordorpVooruit van april 2012

dinsdag 17 april 2012

Vrijdag de dertiende

Verleden week was het weer zo! De dertiende dag van de maand viel op een vrijdag. Ik hoop dat jullie deze dag zonder kleerscheuren hebben overleefd. In 2007 schreef ik er al eens column over.

Dit ben ik in april 2010
  
Dit is mijn 13e Snuffelhoek en baasje moet het niet in haar hoofd halen om deze wijkkrant op vrijdag rond te brengen. Ik moet haar altijd helpen en loop straat in, straat uit, pad op, pad af en kijk toe als zij de een na de andere brievenbus opent en weer sluit. Sommige brievenbussen klemmen, anderen hebben een mond vol borstelige haren en dikwijls is het moeilijk om het krantje zonder kreukels naar binnen te duwen. Baasjes hand vertoont na afloop altijd blauwe plekken. ‘Gelukkig dat ik geen postbode ben,’ zegt ze dan: ‘ik zat zo in de WAO.’

Vrijdag en dertien, leert de historie, is een gevaarlijke combinatie. Op zo’n dag nummer dertien van je krantje bezorgen is de goden verzoeken om een ongeluk. Het kan mij of baasje treffen, maar zeker ook de mensen die dit nummer op vrijdag uit hun brievenbus halen. Misschien is er ’s nachts een slang in hun brievenbus gekropen en als ze die dan openen, nou dan weet je het wel. 

Ringslang

Laatst nog, tijdens een lange wandeling met baasje, zag ik een paar meter voor me op het pad een slang. Hij droeg zijn kop hoog in de lucht en kronkelde, luidt sissend, het kreupelhout in. Baasje lijnde me direct aan, bang dat ik net als mijn grootvader aangevallen zou worden door een brown snake. Gelukkig bleek het om een onschuldige ringslang te gaan.

Foxwarren Tommy, mijn grootvader 
   
Mijn 
opa, Foxwarren Tommy overleefde meerdere malen een aanval van een brown snake tijdens zijn verblijf in Australië. Oorspronkelijk komt mijn opa uit Engeland. Ik ben dus een tweede generatie allochtoon. Tommy is een beroemde Jack Russell, die vanwege zijn schoonheid veel prijzen won en goed in de markt lag bij de meisjes. Gevolg, hij kreeg veel kinderen waar van mijn vader: Joep van ’T Roosenbos, er één is. 

Dit is mijn vader Joep van 't Roosenbos



Op dit moment woont mijn opa weer in Nederland en is ondanks zijn veertien jaar goed gezond. Opa kan alleen vanwege lichte rugklachten niet meer op een stoel springen en snel iets van tafel gappen. Gelukkig ben ik daar nog heel rap in en baasje weet nu ook van wie ik dat heb. Ik zal aan de redactie vragen of ze een fotootje van mijn opa willen plaatsen. Ik ben echt heel trots op hem en op mijn buitenlandse afkomst. Ik heb dan ook twee paspoorten: een Nederlands en een Europees paspoort en nu niet gaan zeuren dat ik moet kiezen, want je weet maar nooit of ik op een vrijdag de dertiende zo’n tweede paspoort nog eens nodig heb! 

Woef! JiP


Verscheen eerder in de VoordorpVooruit van maart 2007

maandag 20 februari 2012

Over vogels tellen en Traumadieren.


Een beetje hond gaat met zijn tijd mee. Zeker als je columns schrijf in een krant voor je eigen wijk. Sinds juni 2010 heb ik mijn eigen Snuffelhoek bij blogger. Eigenlijk moet ik daar blogjes plaatsen, maar ik zet mijn columns na verschijnen erop. Ik zoek er leuke foto's bij of een filmpje van YouTube om het een beetje gezellig te maken. Ja ik begin een echte internethond te worden en plaats met enige regelmaat ook de oude columns op mijn pagina. 

Vlak voor het weekend van de jaarlijkse tuinvogeltelling zette ik een column uit de krant van november 2006 op mijn site. We maakten ons toen verschrikkelijk veel zorgen om onze huismus! Dat lieve vogeltje met zijn bruingestreepte ruggetje en grijs petje op zijn hoofd, leek compleet uit het straatbeeld verdwenen te zijn. Precies een jaar daarvoor was Nederland ook al in rep en roer omdat ze in Leeuwarden een kleine mus dood schoten nadat zij – het was een meisje – per ongeluk 23.000 dominostenen omver had geworpen.


De Dominomus is opgezet en maakt nu deel uit van de serie traumadieren in het Natuurhistorisch Museum in Rotterdam. Ze hebben daar een hele verzameling van dieren die onder dramatische omstandigheden zijn gestorven. Zeg maar dieren met een verhaal voor ramptoeristen. Zo is er een Mcflurry-egel, die verdronken is in een bekertje ijs omdat hij zijn kopje niet meer uit het bekertje terug kon trekken. Verder hebben ze een Traumameeuw. Een kokmeeuw die boven Hilversum een gat vloog in de cockpit van een traumahelicopter. Het museum wacht nog op een sportslachtoffer. Het liefst zouden ze de Treijtelmeeuw in hun collectie opnemen. Maar die staat in een vitrine bij Feyenoord sinds Eddy Treijtel de doelman van deze club het dier in 1970 met een welgemikt schot uit de lucht haalde. Dat gebeurde tijdens een uitwedstrijd bij Sparta en sindsdien maken de clubs ruzie over de vraag: van wie het dier nu eigenlijk is? 
 
Gelukkig zijn er nog veel levende dieren en vogels. Afgelopen januari telden meer dan 33.000 mensen de vogels in hun tuin. En ja hoor de huismus ligt landelijk met 145.799 tellingen flink aan kop.Het viel mij dan ook tegen dat in Voordorp de huismus slechts 21 keer is geteld en vierde in de toptien.Volgend jaar ga ik ook mee doen met de tuinvogeltelling. 

Ik ben al aan het leren over. hoe tuinvogels er uitzien en hoe ze fluiten.
Ik heb ook de website van 'Vogels in Voordorp' bezocht, maar daar is weinig nieuws te horen of te zien. Hopelijk zijn ze niet weg gevlogen!

Woef!Jip

Verscheen in de VoordorpVooruit van februari 2012

zondag 5 februari 2012

Patatje oorlog


We leven 2007 en ik wens al mijn lezers een gelukkig jaar toe. Wat een herrie was dat zeg; die overgang van het Oude naar het Nieuwe jaar. Kan dat volgend jaar niet een beetje anders? Donderdagavond 28 december barstte het vuurwerk al los. Enorme knallen en lichtflitsen namen bezit van de openbare ruimten. Zo  hevig dat baasje dacht dat de oorlog was uitgebroken. Ze raakte helemaal in paniek. Baasje is een oorlogskind en hangen vliegtuigen iets te lang brommend in de lucht, denkt ze direct dat de Engelsen Duitsland gaan bombarderen.
Ik wilde haar beschermen, trok aan mijn riem, sprong in iedere richting waar ik iets hoorde of zag en blafte heel hard: ‘houd op met knallen, stop met oorlog voeren, jullie maken mijn baasje bang!’ Baasje op haar beurt dacht dat ik nerveus werd van het vuurwerk en voerde mij kalmerende tabletjes. Als evacués hebben we de stad verlaten en Oud en Nieuw gevierd, ver weg op het platte land, bij familie van baasje. Voor oorlogskinderen is de vrede niet vanzelfsprekend. Ik vind dat zielig voor baasje en voor al die kinderen die vandaag en morgen geboren worden midden in een oorlog. 
    Laatst vroeg een journalist op de TV  aan Paul van Vliet - de ambassadeur van UNICEF – of hij geloofde in vrede en hij antwoordde: ‘zolang er nog mensen rondlopen die niet genoeg van zichzelf houden zal het oorlog zijn. Vrede is alleen mogelijk als mensen genoeg van zichzelf kunnen houden, als ze tevreden met zichzelf zijn.’ Goed hé!
    Mensen hebben dus zonder het te weten een negatief beeld van zichzelf en denken dat andere mensen niet van hen houden. Dat het vijanden zijn. Mensen projecteren dus de gevoelens die ze over zichzelf hebben in andere mensen. Zoiets als wat baasje doet met haar diaprojector. Ze stopt een lade met dia’s in het ding en hup er verschijnen allemaal beelden op een scherm aan de andere kant van de kamer. Beelden die je niet kan pakken en waar ik met mijn staart gewoon doorheen kan zwaaien zonder dat ze kapot gaan. Je kunt ze zien, maar ze zijn er niet. Ze zitten in de buik van de projector. Mensen zijn dus wandelende projectoren en als we voor altijd vrede willen hebben moeten we er voor zorgen dat ze uitsluitend mooie beelden van zichzelf in hun hoofd hebben.  
    Ik weet niet of deze theorie ook opgaat voor honden. In de diaprojector zitten allemaal mooie beelden van mij en ik houd veel van mezelf, maar als een andere reu aan mijn vriendin Maxime begint te snuffelen, dan wordt het wel een patatje oorlog hoor!
Woef! Jip 


Verscheen eerder in de VoordorpVooruit van januari 2007

vrijdag 20 januari 2012

Alles wat met huis begint verdwijnt

Een column uit november 2006. Waar maakte ik en u  ons toen ook al weer  druk over?


Breek me de bek niet open!
U mag het gerust weten, als ik door de wijk loop draag ik mijn staart heel hoog: Gemeten naar de kwaliteit van de woonomgeving wonen wij Voordorpers, van alle wijken in de vier grote steden, in de beste wijk. Toch iets om trots op zijn, vindt u ook niet? De onderzoekers hebben gelet op de volgende zaken: rommel op straat; vernieling; bekladding; hondenpoep; geluidshinder van verkeer of andere herriemakers; de aanwezigheid van winkels, basisscholen en huisartsen.
Baasje is wat kritisch over de uitslag, ze zegt: ‘We zijn ingesloten door drie autosnelwegen die dag en nacht ruis geven, hebben één basisschool, één huisarts en niet één  winkel, zelfs geen fietsenmaker! What the hell moeten de bewoners van die andere wijken wel niet allemaal op straat gegooid hebben om het van Voordorp te kunnen verliezen?’ 

Ze heeft wel een punt, dat de onderzoekers niet geteld hebben hoeveel huismussen er in onze wijk leven. Dat kleine vogeltje is volgens kenners, een belangrijke graadmeter van de kwaliteit van de leefomgeving. Jammer genoeg verdwijnt de huismus uit de grote steden en wordt het met uitsterven bedreigd. De mensen leven veel te netjes met schoon geveegde en betegelde straatjes. Niemand meer die nog een tafellaken gebruikt en de broodkruimels uitschudt boven de straat?  In Londen is al geen huismus meer vinden. 
Hoe zit dat eigenlijk in Utrecht? Ik loop al drie jaar in deze wijk en kan me niet herinneren dat ik één huismus heb gezien? Baasje beweert dat ze op Utrechtenaren lijken: Ogenschijnlijk onopvallend. Je moet de tijd voor ze nemen en goed kijken, dan pas zie je hoe mooi ze zijn. 

Het is niet alleen de huismus die verdwijnt uit de buurt, uit de wijk en zelfs de stad.  Alles wat met huis begint wordt, volgens baasje, bedreigd en verdwijnt uit de leefomgeving. ’s Avonds en in het weekeinde b.v. is er geen huisarts meer bereikbaar en het meest opengestelde huisartsenlaboratorium is buiten de stad op een industrieterrein neergezet. Hoe moeten meneer Grijs en mevrouw Golf straks als ze slecht ter been zijn, daar hun medische zorg halen? 

Wanneer krijgen honden nu eens kiesrecht en op welke politieke partij moet ik stemmen om er voor te zorgen dat deze grote verdwijntruc stopt?  Gelukkig hebben we nog wel een huisapotheek en wilt u een huismus zien? In het Natuurhistorisch Museum Rotterdam kunt u de kleine Dominomus bewonderen. 


Ja wel een dode mus.
 Woef! Jip

Verscheen eerder in de VoordorpVooruit van november 2006