dinsdag 17 april 2012

Vrijdag de dertiende

Verleden week was het weer zo! De dertiende dag van de maand viel op een vrijdag. Ik hoop dat jullie deze dag zonder kleerscheuren hebben overleefd. In 2007 schreef ik er al eens column over.

Dit ben ik in april 2010
  
Dit is mijn 13e Snuffelhoek en baasje moet het niet in haar hoofd halen om deze wijkkrant op vrijdag rond te brengen. Ik moet haar altijd helpen en loop straat in, straat uit, pad op, pad af en kijk toe als zij de een na de andere brievenbus opent en weer sluit. Sommige brievenbussen klemmen, anderen hebben een mond vol borstelige haren en dikwijls is het moeilijk om het krantje zonder kreukels naar binnen te duwen. Baasjes hand vertoont na afloop altijd blauwe plekken. ‘Gelukkig dat ik geen postbode ben,’ zegt ze dan: ‘ik zat zo in de WAO.’

Vrijdag en dertien, leert de historie, is een gevaarlijke combinatie. Op zo’n dag nummer dertien van je krantje bezorgen is de goden verzoeken om een ongeluk. Het kan mij of baasje treffen, maar zeker ook de mensen die dit nummer op vrijdag uit hun brievenbus halen. Misschien is er ’s nachts een slang in hun brievenbus gekropen en als ze die dan openen, nou dan weet je het wel. 

Ringslang

Laatst nog, tijdens een lange wandeling met baasje, zag ik een paar meter voor me op het pad een slang. Hij droeg zijn kop hoog in de lucht en kronkelde, luidt sissend, het kreupelhout in. Baasje lijnde me direct aan, bang dat ik net als mijn grootvader aangevallen zou worden door een brown snake. Gelukkig bleek het om een onschuldige ringslang te gaan.

Foxwarren Tommy, mijn grootvader 
   
Mijn 
opa, Foxwarren Tommy overleefde meerdere malen een aanval van een brown snake tijdens zijn verblijf in Australië. Oorspronkelijk komt mijn opa uit Engeland. Ik ben dus een tweede generatie allochtoon. Tommy is een beroemde Jack Russell, die vanwege zijn schoonheid veel prijzen won en goed in de markt lag bij de meisjes. Gevolg, hij kreeg veel kinderen waar van mijn vader: Joep van ’T Roosenbos, er één is. 

Dit is mijn vader Joep van 't Roosenbos



Op dit moment woont mijn opa weer in Nederland en is ondanks zijn veertien jaar goed gezond. Opa kan alleen vanwege lichte rugklachten niet meer op een stoel springen en snel iets van tafel gappen. Gelukkig ben ik daar nog heel rap in en baasje weet nu ook van wie ik dat heb. Ik zal aan de redactie vragen of ze een fotootje van mijn opa willen plaatsen. Ik ben echt heel trots op hem en op mijn buitenlandse afkomst. Ik heb dan ook twee paspoorten: een Nederlands en een Europees paspoort en nu niet gaan zeuren dat ik moet kiezen, want je weet maar nooit of ik op een vrijdag de dertiende zo’n tweede paspoort nog eens nodig heb! 

Woef! JiP


Verscheen eerder in de VoordorpVooruit van maart 2007

maandag 20 februari 2012

Over vogels tellen en Traumadieren.


Een beetje hond gaat met zijn tijd mee. Zeker als je columns schrijf in een krant voor je eigen wijk. Sinds juni 2010 heb ik mijn eigen Snuffelhoek bij blogger. Eigenlijk moet ik daar blogjes plaatsen, maar ik zet mijn columns na verschijnen erop. Ik zoek er leuke foto's bij of een filmpje van YouTube om het een beetje gezellig te maken. Ja ik begin een echte internethond te worden en plaats met enige regelmaat ook de oude columns op mijn pagina. 

Vlak voor het weekend van de jaarlijkse tuinvogeltelling zette ik een column uit de krant van november 2006 op mijn site. We maakten ons toen verschrikkelijk veel zorgen om onze huismus! Dat lieve vogeltje met zijn bruingestreepte ruggetje en grijs petje op zijn hoofd, leek compleet uit het straatbeeld verdwenen te zijn. Precies een jaar daarvoor was Nederland ook al in rep en roer omdat ze in Leeuwarden een kleine mus dood schoten nadat zij – het was een meisje – per ongeluk 23.000 dominostenen omver had geworpen.


De Dominomus is opgezet en maakt nu deel uit van de serie traumadieren in het Natuurhistorisch Museum in Rotterdam. Ze hebben daar een hele verzameling van dieren die onder dramatische omstandigheden zijn gestorven. Zeg maar dieren met een verhaal voor ramptoeristen. Zo is er een Mcflurry-egel, die verdronken is in een bekertje ijs omdat hij zijn kopje niet meer uit het bekertje terug kon trekken. Verder hebben ze een Traumameeuw. Een kokmeeuw die boven Hilversum een gat vloog in de cockpit van een traumahelicopter. Het museum wacht nog op een sportslachtoffer. Het liefst zouden ze de Treijtelmeeuw in hun collectie opnemen. Maar die staat in een vitrine bij Feyenoord sinds Eddy Treijtel de doelman van deze club het dier in 1970 met een welgemikt schot uit de lucht haalde. Dat gebeurde tijdens een uitwedstrijd bij Sparta en sindsdien maken de clubs ruzie over de vraag: van wie het dier nu eigenlijk is? 
 
Gelukkig zijn er nog veel levende dieren en vogels. Afgelopen januari telden meer dan 33.000 mensen de vogels in hun tuin. En ja hoor de huismus ligt landelijk met 145.799 tellingen flink aan kop.Het viel mij dan ook tegen dat in Voordorp de huismus slechts 21 keer is geteld en vierde in de toptien.Volgend jaar ga ik ook mee doen met de tuinvogeltelling. 

Ik ben al aan het leren over. hoe tuinvogels er uitzien en hoe ze fluiten.
Ik heb ook de website van 'Vogels in Voordorp' bezocht, maar daar is weinig nieuws te horen of te zien. Hopelijk zijn ze niet weg gevlogen!

Woef!Jip

Verscheen in de VoordorpVooruit van februari 2012

zondag 5 februari 2012

Patatje oorlog


We leven 2007 en ik wens al mijn lezers een gelukkig jaar toe. Wat een herrie was dat zeg; die overgang van het Oude naar het Nieuwe jaar. Kan dat volgend jaar niet een beetje anders? Donderdagavond 28 december barstte het vuurwerk al los. Enorme knallen en lichtflitsen namen bezit van de openbare ruimten. Zo  hevig dat baasje dacht dat de oorlog was uitgebroken. Ze raakte helemaal in paniek. Baasje is een oorlogskind en hangen vliegtuigen iets te lang brommend in de lucht, denkt ze direct dat de Engelsen Duitsland gaan bombarderen.
Ik wilde haar beschermen, trok aan mijn riem, sprong in iedere richting waar ik iets hoorde of zag en blafte heel hard: ‘houd op met knallen, stop met oorlog voeren, jullie maken mijn baasje bang!’ Baasje op haar beurt dacht dat ik nerveus werd van het vuurwerk en voerde mij kalmerende tabletjes. Als evacués hebben we de stad verlaten en Oud en Nieuw gevierd, ver weg op het platte land, bij familie van baasje. Voor oorlogskinderen is de vrede niet vanzelfsprekend. Ik vind dat zielig voor baasje en voor al die kinderen die vandaag en morgen geboren worden midden in een oorlog. 
    Laatst vroeg een journalist op de TV  aan Paul van Vliet - de ambassadeur van UNICEF – of hij geloofde in vrede en hij antwoordde: ‘zolang er nog mensen rondlopen die niet genoeg van zichzelf houden zal het oorlog zijn. Vrede is alleen mogelijk als mensen genoeg van zichzelf kunnen houden, als ze tevreden met zichzelf zijn.’ Goed hé!
    Mensen hebben dus zonder het te weten een negatief beeld van zichzelf en denken dat andere mensen niet van hen houden. Dat het vijanden zijn. Mensen projecteren dus de gevoelens die ze over zichzelf hebben in andere mensen. Zoiets als wat baasje doet met haar diaprojector. Ze stopt een lade met dia’s in het ding en hup er verschijnen allemaal beelden op een scherm aan de andere kant van de kamer. Beelden die je niet kan pakken en waar ik met mijn staart gewoon doorheen kan zwaaien zonder dat ze kapot gaan. Je kunt ze zien, maar ze zijn er niet. Ze zitten in de buik van de projector. Mensen zijn dus wandelende projectoren en als we voor altijd vrede willen hebben moeten we er voor zorgen dat ze uitsluitend mooie beelden van zichzelf in hun hoofd hebben.  
    Ik weet niet of deze theorie ook opgaat voor honden. In de diaprojector zitten allemaal mooie beelden van mij en ik houd veel van mezelf, maar als een andere reu aan mijn vriendin Maxime begint te snuffelen, dan wordt het wel een patatje oorlog hoor!
Woef! Jip 


Verscheen eerder in de VoordorpVooruit van januari 2007

vrijdag 20 januari 2012

Alles wat met huis begint verdwijnt

Een column uit november 2006. Waar maakte ik en u  ons toen ook al weer  druk over?


Breek me de bek niet open!
U mag het gerust weten, als ik door de wijk loop draag ik mijn staart heel hoog: Gemeten naar de kwaliteit van de woonomgeving wonen wij Voordorpers, van alle wijken in de vier grote steden, in de beste wijk. Toch iets om trots op zijn, vindt u ook niet? De onderzoekers hebben gelet op de volgende zaken: rommel op straat; vernieling; bekladding; hondenpoep; geluidshinder van verkeer of andere herriemakers; de aanwezigheid van winkels, basisscholen en huisartsen.
Baasje is wat kritisch over de uitslag, ze zegt: ‘We zijn ingesloten door drie autosnelwegen die dag en nacht ruis geven, hebben één basisschool, één huisarts en niet één  winkel, zelfs geen fietsenmaker! What the hell moeten de bewoners van die andere wijken wel niet allemaal op straat gegooid hebben om het van Voordorp te kunnen verliezen?’ 

Ze heeft wel een punt, dat de onderzoekers niet geteld hebben hoeveel huismussen er in onze wijk leven. Dat kleine vogeltje is volgens kenners, een belangrijke graadmeter van de kwaliteit van de leefomgeving. Jammer genoeg verdwijnt de huismus uit de grote steden en wordt het met uitsterven bedreigd. De mensen leven veel te netjes met schoon geveegde en betegelde straatjes. Niemand meer die nog een tafellaken gebruikt en de broodkruimels uitschudt boven de straat?  In Londen is al geen huismus meer vinden. 
Hoe zit dat eigenlijk in Utrecht? Ik loop al drie jaar in deze wijk en kan me niet herinneren dat ik één huismus heb gezien? Baasje beweert dat ze op Utrechtenaren lijken: Ogenschijnlijk onopvallend. Je moet de tijd voor ze nemen en goed kijken, dan pas zie je hoe mooi ze zijn. 

Het is niet alleen de huismus die verdwijnt uit de buurt, uit de wijk en zelfs de stad.  Alles wat met huis begint wordt, volgens baasje, bedreigd en verdwijnt uit de leefomgeving. ’s Avonds en in het weekeinde b.v. is er geen huisarts meer bereikbaar en het meest opengestelde huisartsenlaboratorium is buiten de stad op een industrieterrein neergezet. Hoe moeten meneer Grijs en mevrouw Golf straks als ze slecht ter been zijn, daar hun medische zorg halen? 

Wanneer krijgen honden nu eens kiesrecht en op welke politieke partij moet ik stemmen om er voor te zorgen dat deze grote verdwijntruc stopt?  Gelukkig hebben we nog wel een huisapotheek en wilt u een huismus zien? In het Natuurhistorisch Museum Rotterdam kunt u de kleine Dominomus bewonderen. 


Ja wel een dode mus.
 Woef! Jip

Verscheen eerder in de VoordorpVooruit van november 2006


dinsdag 20 december 2011

Zo treurig!



Nee het ligt niet aan het weer dat ik zo treurig ben. Ook niet dat de top van Ajax een machtsstrijd met Kruif uitvecht. Een voetbalclub die zijn thuishaven De Arena noemt kan niet volgens het harmoniemodel bestuurd worden. Ja die kop ik mooi in hé! Maar hij is niet van mijzelf hoor. Ik heb hem gejat van Adriaan; een schrijfvriend van mij. Aforismen noemt hij dat. Ja zo'n tekst vrolijkt me wel wat op, maar de treurigheid overheerst.

Ik mis mijn tuinvriendin Tineke. Ineens lag er een brief in het tuinhuis dat ze niet meer kwam. Gek hoor! Ik was nog maar een jonge hond toen baasje op Ons Buiten een tuin kreeg. Tineke haar tuin grensde aan de onze en vanaf het begin klikte het tussen Tineke en baasje en tussen mij en Tineke. Altijd als ze op de tuin was – en dat was bijna iedere dag – wipte ze een paar maal bij ons aan. 'Zullen we even een pauze houden,' zei ze dan. Ze nestelde zich bij ons in een tuinstoel en dan kroop ik bij haar op schoot. Ze kriebelde over mijn kop en oren, fluisterde: 'Wat ben je toch een schatje.' 


Baasje maakte wat drinken en Tineke trakteerde op een sigaretje en zo door de jaren heen vertelde ze over haar leven. Over het grote Brabantse middenstandsgezin waarin ze was opgegroeid. Over haar linker oog dat blind was geworden door een granaatscherf in de 2e wereldoorlog en waardoor ze altijd links van baasje wilde zitten om haar goed te kunnen zien met het andere oog. Over de liefde voor haar vader, die haar zoveel ruimte had gegeven om zelf te bepalen wat ze wilde doen. Haar en de andere kinderen door dik en dun vertrouwde. 

Tineke bereisde de wereld. Trok met vrienden op de scooter door heel Europa. Werkte in tehuizen van de kinderbescherming met moeilijk opvoedbare meiden. Daar had ze ook leren roken want zonder sigaretten was het moeilijk om het vertrouwen van de meiden te winnen. Ze was nooit getrouwd maar dol op de kinderen van haar zussen en broers. Nam een poos onbetaald verlof toen een schoonzusje na vijf kinderen weer zwanger was en het een drieling bleek te zijn. 

Dat was Tineke alles kon net zoals bij haar vader. En toen een jaar of vier geleden is het begonnen: ik noem het maar het grote vergeten. De zinnen haperden, het vinden van de woorden werd steeds moeilijker en dapper als ze was wilde ze de oorzaak weten. 'Ja hoor het is Alzheimer,' vertelde ze aan baasje en ook dat ze blij was dat ze dit had gekregen, want behalve het oog had ze nooit ergens aan geleden en aan ziekenhuizen had ze pest. Ze regelde nu ze het nog kon alles bij de notaris, machtigde een vertrouwd familielid om straks als ze de weg kwijt zou zijn, voor haar te beslissen. 


De weg van haar huis naar haar tuin op Ons Buiten. Tineke heeft het lang volgehouden. Eerst nog op de scooter later alleen nog op de fiets.
Tot ruim een maand geleden er een plekje vrij kwam in het verzorgingshuis waar ze al een poosje op de wachtlijst stond. Ja ze heeft een mooie kamer en mag er sigaretjes roken zolang dat nog verantwoord is.
Woef! Jip


Verscheen in de VoordorpVooruit van december 2011

donderdag 24 november 2011

Jip wil ook naar school



Wat kan een zomervakantie toch lang duren! Eerst wekenlang een zinderende hitte waarin ik met mijn tong uit mijn bek en wolken stof rond mijn poten door de wijk snuffelde. Daarna kwam er een zondvloed aan water en ook daar heb ik een hekel aan.

Ik begrijp heel goed dat de kinderen in Voordorp dolblij waren toen op 21 augustus de deuren van de openbare basisschool eindelijk open gingen. Opgewonden rukten ze zich los van hun ouders en renden naar binnen, opzoek naar hun oude vriendjes en vriendinnetjes waar ze gewoon Nederlands mee konden praten.
Baasje snapt er niets van. ‘Het fijnste van school vroeger,’zegt ze,‘ vond ik de bel van halfvier.’
Ik vond de hondenschool juist heel leuk. Eerst met de trein naar Bilthoven om te socialiseren. Daarna met een heleboel jonge honden lekker dollen op een weitje. We mochten gewoon blaffen, moesten alleen woordjes leren, zoals: naast, blijf, af, kom, hier!!! Ja, nee en goed vond ik het gemakkelijkst en het lekkerste woord vind ik nog altijd: koekje. Tijdens ons speelkwartier kregen de baasjes les in verzorging en uitleg over hondenziektes. Wist u dat er ook zo iets als een rode hond bestaat en dat kinderen die mee naar school mogen nemen? Jammer dat ik niet rood ben. Ik wil heel graag naar de basisschool, maar baasje vindt dat niks. ‘Op school krijg je luizen,’ beweert ze. ‘Zeker na een vakantie dan zitten die kinderen stikvol met van die kleine kriebelbeestjes.’

Even was ze bang dat ze zelf luizen had opgelopen tijdens haar reis naar een plaats in Oost Duitsland ergens beneden Dresden. Mij had ze uit logeren gebracht. Naar mijn peettante: ‘Dat is niks voor jou Jip,’ zei ze, ‘twaalf uur in een interliner.’
Paul is ooit op school met luizen besmet en ze raakt bijna overspannen als ze terug denkt aan al het werk wat ze heeft moeten verrichten om er weer van af te komen. In één keer alle beddengoed en alle kleren wassen, het hele huis een grote schoonmaakbeurt geven en iedereen met een gifshampoo behandelen.
De redding kwam van een nieuwe uitvinding: een elektrische luizenkam. Zo’n kam spoort luizen op en dood ze met een elektrische schok, terwijl de ervaring op scholen leert, dat de kinderen gewoon blijven leven. Mooi toch! Gelukkig bleek dat baasje geen luizen had, maar ik vraag me wel af of zo’n kam misschien ook helpt tegen vlooien? 

Woef! Jip

Verscheen eerder in de VoordorpVooruit van  september 2006

dinsdag 27 september 2011

Over Nornen, Spinnen en Oudewijven in de zomer



Ik weet niet wanneer deze VoordorpVooruit bij u op de deurmat valt, maar op het moment dat ik deze column schrijf is het heerlijk warm september weer!
'Gelukkig Jip dat we na die mislukte Hondsdagen toch nog een Oudewijvenzomer krijgen!' Zegt baasje. Ze zit in een stoel voor het open raam met gesloten ogen te genieten van het zonnetje.
Hondsdagen! Ouwewijvenzomer! Waar heeft baasje het over? Ze is pas jarig geweest en ja de lenterevolutie ligt al even achter haar. 'Baasje zo moet je niet over je zelf praten hoor , voor mij blijf je eeuwig jong!' Maar ze antwoordt dat het een gezegde is en niets te maken heeft met de leeftijd van vrouwen .
De Oudewijvenzomer is een periode van warmte van 17 tot 25 september en de naam voert terug naar de Germaanse mythologie. Naar de noodlotsgodinnen die Nornen worden genoemd. Nornen, vertelt baasje, zijn vrouwelijke watergeesten met lange blonde haren die al spinnend of wevend de menselijke levensdraden – geboorte, leven en dood – uitbeelden in de buurt van voorspellende bronnen. En dat het oude wijven zijn geworden hebben we te danken aan een vrouwelijke watergeest Mettje geheten. Mettje woonde aan de monding van de Weser en kamde haar lange witte haren, schudde ze van haar kleren waarna deze naar Sleeswijk Holstein dreven.
Ja ik voel hem al aankomen. En de mensen in Sleeswijk Holstein zeiden toen: 'zit dat oude wijf haar haren weer te kammen!'
Maar dat weet baasje niet zeker. Alleen dat door de tijd heen de gesponnen draden toegeschreven werden aan oude breiende vrouwen, aan spinraggen en aan kleine veldspinnetjes die in september bij mooi en rustig weer van die hele lange draden spinnen. 
 

met dank aan Mart!
Nou maar ik zie ook wel eens 
op het tuinenpark 'Ons Buiten' van die hele grote dikke kruisspinnen die van lange draden een heel web weven. Ze hangen ze onder aan heggen en soms loop ik er zo met mijn snuffert in. Met die webben vangen ze vliegen, beroven ze van hun bloed en maken zo een einde aan hun levensdraad. Uiteindelijk gaat het toch om de ene draad tegen de ander? Of ben ik nu misschien een beetje tegendraads?

Ik heb baasje ook nog even gevraagd hoe het nu precies zit met die Hondsdagen. Nou dat is ook weer een hele geschiedenis en wat ik al dacht: het heeft niets met mij, met een hond te maken. Behalve dan dat ze vroeger in die heel hete periode van het jaar honden vaak muilkorfden omdat er veel hondsdolheid voorkwam. Maar daar hebben we dit jaar geen last van gehad want deze zomer is net zoals met die gezegdes gewoon verwaterd!

Jip!


Verschijnt in de VoordorpVooruit oktober 2011