zondag 26 januari 2014

Niet vies doen!

          
  
Mensen zijn rare dieren. Echt waar, soms snap ik niets van hen. Neem bijvoorbeeld de ophef over priesters en nonnen, die aan kinderen hebben zitten frunniken en die daar nu 'nichts mehr von wissen'. En de verontwaardiging daarover in actualiteitenprogramma's.
Sowieso zijn het gebeurtenissen van meer dan een halve eeuw geleden: de kinderen zijn nu mannen en vrouwen op leeftijd. De daders, dood of seniel. Hoe achterhaal je wat werkelijk gebeurd is?
Alleen zeker is dat er ouders waren, die in de veronderstelling leefden dat paters en nonnen hun kind beter konden opvoeden dan zij zelf en het naar een internaat brachten. 

Dom, dom, dom, hoe kan je zoiets doen. Je kind overdragen aan mensen die zelf geen kinderen hebben. Ze ook niet willen. Er misschien zelfs een hekel aan hebben. En bovendien niets van seks willen weten: alle vleselijke lusten afzweren en daar breng je dan je kind, je oogappel, je vlees geworden liefde heen! Dat is toch om moeilijkheden vragen niet! Dat is toch de kat op het spek binden!
En als de fysiologie van zo'n non of pater toch begint te werken, er iets gebeurt wat ze eigenlijk niet willen, ja dan kunnen ze maar één ding doen en dat is het zo snel mogelijk vergeten.

Stel je voor dat mijn moeder Keetje zoiets gedaan zou hebben. Dat ze dacht: het is wel goed hoor, ik heb al vier nestjes met jonge hondjes grootgebracht. Dit vijfde nest voedt een andere hond maar op en dat ze mij 'kleine Jack Russell pup' in de mand van een Mechelse herder had neergelegd – een reu wel te verstaan – met het idee, dat die van mij een goede politiehond zou kunnen maken. Iedereen snapt toch dat zoiets niet kan, dat daar nare dingen van komen.

Nee puppy's horen in het nest van hun eigen moeder. Daar leren ze al spelende alle gedragingen die ze later in het leven nodig hebben. Nou helemaal waar is dit toch niet. Want toen ik klein was speelde ik met mijn broertjes en zusje van die opwindende spelletjes. Je weet wel: onder elkaars staart snuffelen, oortje bijten, buikje likken en bij een ander op de rug klimmen. Mijn moeder vond dat goed. Het hoorde bij de opvoeding. 

Alleen nu ik groot ben en bij baasje woon heb ik ook wel eens zin. Je weet wel; even lekker ergens stevig tegen aan. Maar baasje roept dan direct: 'ophouden Jip, we gaan hier niet vies doen.' En dat terwijl ze me zelf wel eens verteld heeft, dat ze als klein kind met haar broertjes en zusje doktertje speelden. Dat is bij elkaar in de onderbroek naar voor- en achterbillen kijken of even aan een blote buik voelen. Gewoon opwindende spelletjes.




Alleen moest baasje daarna naar de kerk. Opbiechten aan een priester dat ze onkuis was geweest, dat ze vies had gedaan. In een donker hoek van de kerk, achter de middelste deur van een grote driedeurskast, onzichtbaar voor baasje, luisterde de priester naar haar zondige verhaal en naar de zondige verhalen van alle parochianen. Zelf streng op dieet maar wel verplicht om de hele menukaart aan te horen. Dat kan natuurlijk niet goed gaan, dat kan ik - een hond – nog wel begrijpen.

Woef! Jip

Verscheen eerder in de VoordorpVooruit van april 2010


Geen opmerkingen:

Een reactie posten